woensdag 30 april 2008

28 tot en met 30 april

Half Nederland is op vakantie gegaan dit weekend. Ook een flink deel van het Nijmeegse college heeft de benen genomen naar verre en vooral zonnige oorden. Zelf ben ik deze week ook een paar dagen weg en voor het overige paraat.

Maandagochtend rijd ik naar de Damclub Lent aan de Jo Eversstraat, om daar de eerste officiële zet te doen voor de halve finale van de Nederlandse damkampioenschappen voor junioren. Ik zie al wat gespannen hoofden aan de borden zitten. Organisator Sander Spaans, zelf een goede dammer en ook kleinzoon van mijn schoonvader, houdt een mooi openingswoordje en vervolgens feliciteer ik de club met het zeventig jarig bestaan. Het is lang geleden dat ik zelf gedamd heb, dus ik heb enige hulp nodig voor die eerste zet. Het loopt allemaal goed af.

Maandagmiddag heb ik verschillende ambtelijke overleggen, al zijn ook die vanwege de vakantieperiode in samenstelling flink uitgedund. Aan het einde van de middag komt een nietsvermoedende André Stufkens mijn kamer binnen. Nu ja, niets vermoedend; op weg naar het stadhuis werd hij alvast door een onverlaat gefeliciteerd, jammer. Vrijdag bij de lintjesregen zat hij in Parijs, vandaar dat hij nu pas aan de beurt is. André krijgt door mij de onderscheiding Ridder in de Orde van Oranje Nassau opgespeld vanwege zijn grote verdiensten voor de geestelijke en culturele nalatenschap van de grote Europese en Nijmeegse filmer Joris Ivens en voor zijn inspanningen om de middeleeuwse kunst van de gebroeders Van Limburg onder de aandacht te brengen. Mijn kamer zit vol vrienden en familie van André. Hij is er zichtbaar verlegen mee.

’s Avonds eet ik bij Tijn en Agnes Kortmann in De Heilig Landstichting. Meer dan 26 jaar geleden kwam ik voor de eerste keer bij hen thuis, toen als jonge wetenschappelijk medewerker van een jonge en versbenoemde hoogleraar staatsrecht. Door de jaren heen is de vriendschap gebleven.

Dinsdag 29 april gun ik mijzelf een cultureel dagje in de regio. Ik breng een privébezoek aan het Bevrijdingsmuseum in Groesbeek en bekijk nauwkeurig de fraaie expositie Nijmegen tussen bezetting en bevrijding, die ik vorige week mocht openen. In de museumshop schaf ik de oorlogsherinneringen aan van James Megallas, de meest gedecoreerde militair van de beroemde 82ste Airbornedivisie. Megallas vocht als luitenant van de Italiaanse stranden tot en met Berlijn. In Nijmegen stak hij op 20 september 1944 met H-compagnie van het 3de bataljon, 504de pararegiment in de eerste aanvalsgolf de Waal over en behoorde bij de mannen die de noordzijde van de verkeersbrug veroverden.

Ook bezoek ik het museum Kurhaus in Kleve, waar de jonge en internationaal befaamde Britse kunstenaar David Thorpe exposeert. Kleve heeft oog voor vernieuwende kunst. Thorpe maakt collages, schetsen en installaties, vreemdsoortige bouwsels in een utopische omgeving.

Op Koninginnedag mag ik ’s morgens een Koninklijke onderscheiding (Ridder in de Orde van Oranje Nassau) opspelden aan de oud-voorzitter van het College van Bestuur van de Radboud Universiteit, Tom Stoelinga. Tijdens de Lintjesregen zat hij in China, zodat hij er niet bij kon zijn in de Vereeniging. In kleine kring, op zijn thuisadres, roem ik zijn grote verdiensten voor diverse maatschappelijke en onderwijsorganisaties.

Daarna bezoek ik de festiviteiten die de Oranjestichting midden op het Goffertpark organiseert. Voorzitter Jos Hekking leidt mij rond en is vergenoegd dat ik deze keer de das van zijn stichting die ik bij mijn aantreden kreeg, heb omgedaan. Het is een tikje wisselvallig maar tijdens onze rondgang blijft het droog. Een fraai koor uit Wijchen, dat nog wel wat meer mannelijke leden kan gebruiken, zingt het Wilhelmus en moderne hits en gezamenlijk drinken we een oranjebitter. Onder de activiteiten is ook een oefengolfcourse, waar ik een balletje mag slaan. Ik golf zelf niet en vraag mij af waar al die anderen toch de tijd vandaan halen.