woensdag 23 november 2011

Toespraak: Overheidsavond 2011

Excellenties, dames en heren,

In de allereerste plaats heet ik u namens het bestuur van de stichting Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar van harte welkom in deze oude `grafelijke zaal, die eens per jaar natuurlijk het decor is voor het plechtig begin van een nieuw parlementair jaar. In eerdere tijden werd er gegeten, gedanst, vergaderd. En sinds een paar jaar is de Ridderzaal ook de ambiance voor de Overheidsavond van het Jaar. Dat is mooi, want overheidsdienaren, ambtenaren, zijn de moderne ridders van het rijk en van het land. Er is dus geen betere plek om de ambtenaren, de mannen en vrouwen van de overheid, te eren en te waarderen. Want dat is, wat mij betreft, niet alleen goed om zo af en toe te doen, maar vandaag de dag ook heel hard nodig. Je zou soms bijna denken dat de samenleving en de politiek menen dat ‘t ook wel zonder ambtenaren kan, in ieder geval met heel veel minder ambtenaren.

Het gemak waarmee over reductie van de omvang van ministeries, gemeentelijke diensten of bestuursorganen wordt gesproken, verraadt vaak een lichte onzekerheid over het precieze belang van ambtelijke organisaties en soms regelrechte onwetendheid. Die onwetendheid zal veelal ook ten grondslag liggen aan het dedain en misprijzen dat je aan stamtafels en in koffiehuizen en televisiepraatprogramma’s soms kan horen. Ambtenaar is bureaucratie is omslachtig is formalistisch is niet wat mensen nodig hebben.
Dat beeld bestaat maar al te vaak en wordt ook regelmatig gevoed door politieke vertegenwoordigers. Daar moeten we vanaf en vanavond is een van die momenten om het eens om te draaien.

dinsdag 19 juli 2011

Toespraak: Dinsdagdiner Vierdaagse

Dames en heren,

Het is weer Vierdaagse-dinsdag, de lopers hebben hun eerste dag er op zitten, de feestgangers maken zich op voor de vierde achtereenvolgende avond vol muziek en jolijt (en drank en wat regen), het vuurwerk staat klaar om ontstoken te worden en u bent traditioneel de gast van de stad Nijmegen voor een diner op dit mooie schip ‘Jules Verne’. Voor de meeste van u vormt dit dinsdagdiner met vuurwerk toe ook een vaste traditie, voor een enkeling is het de eerste keer, laat ’t in ieder geval niet de laatste keer zijn.

A special word of welcome of course to the American ambassador in the Netherlands, Fay Hartog Levin and her husband Daniel. Wonderful to have you in our midst this evening. I am sure you will enjoy once again the hospitality of the city your father and grandparents knew so well. They must have seen the walkers go by in the early days of the Four Day Marches, which were organized for the very first time in Nijmegen in 1925. Perhaps even one of your ancestors actually marched himself.

Let me also welcome all our other international guests, bienvenue madames et messieurs, herzlich wilkommen meine Damen und Herren, besonders auch die gute Freunden und Nachbarn aus unsere Euregio.

maandag 9 mei 2011

Toespraak: Congres Veiligheidsberaad

(Na enkele inleidende woorden met dank aan de minister)

De veiligheidsregio’s en het Veiligheidsberaad merken dat we in een periode verkeren waarin er echt heel veel gebeurt. Zodanig veel dat je het met recht een transitieperiode kunt noemen, waarin ook sprake is van een paradigmashift. De veiligheidsregio’s zijn er net, maar komen in een nieuwe wereld terecht. Dat vraagt om grondig nadenken, om visieontwikkeling en om een strategische agenda van de veiligheidsregio’s, van de professionele organisaties, van het bestuur en van de rijksoverheid.

Laat ik die omgeving nog eens even schetsen, aanvullend op wat de minister net heeft gedaan. Mei 2011 zijn er nieuwe wetsvoorstellen in aantocht die nog voor het zomerreces naar de Tweede Kamer gaan. Ik noem de voorstellen voor het Instituut Fysieke Veiligheid, de regionalisering van de brandweer en de nationalisering van de politie. Het laatste voorstel richt zich op centralisatie van het beheer, maar toch ook – u zult het er niet allemaal mee eens zijn – een zekere centralisatie van de beleidsvorming.

woensdag 16 maart 2011

Toespraak: Health Valley Event

Dames en heren,

Wij praten hier vandaag in de oudste stad van Nederland over innovatie als grondstof voor onze toekomst. Maar al tweeduizend jaar vóórdat Nijmegen werd gesticht, en dus ruim vierduizend jaar vóór dit Health Valley Event, begonnen onze voorouders uit het Neolithicum in het huidige Groot-Brittannië, aan de ‘Grimes Graves’. Een indrukwekkende en uiterst innovatieve onderneming, die maar liefst vijf eeuwen duurde. Zij groeven honderden mijnschachten, op zoek naar vuursteen. Ze hadden ontdekt dat vuursteen zich beter als gereedschap laat gebruiken dan hout of dierlijke botten. Stelt u zich eens voor wat zij zonder moderne hulpmiddelen moesten doen voor ze eindelijk vuursteen konden delven. Ze moesten vele tonnen aarde uitgraven, mijnen verlichten, stutten en ladders maken. Maar zij wisten waarvoor ze het deden, want ook toen al gold: innovatie leidt tot technologische voorsprong, leidt tot meer welvaart en welzijn dan bij de buren.

De wereld nu lijkt in dát opzicht op die van toen, maar het tempo van de technologische veranderingen is nu nauwelijks nog bij te benen. Vijfhonderd jaar graven is nu vijf jaar razendsnel innoveren geworden en nog eens. Regio’s, kennisinstellingen en bedrijven beconcurreren elkaar in hoog tempo en wereldwijd om research&development, én het daarbij behorende onderzoekstalent. Wie niet vernieuwt, verliest.

dinsdag 22 februari 2011

Toespraak: Herdenking bombardement

Excellenties, mijnheer de Commissaris van de Koningin, collega's van nabije gemeenten, dames en heren, jongens en meisjes,
Opnieuw is het hier volgelopen. Jong en oud, Nijmegenaren en van ver daarbuiten. Elke dag blijkt weer dat wij herdenken belangrijk vinden, dat wij willen gedenken wat hier gebeurd is, wie daar bij waren en wie de slachtoffers waren. Het bombardement op Nijmegen, 22 februari 1944, is in ons collectieve geheugen vastgezet en dat blijft zo, zelfs als er niemand meer over zou zijn die het zelf heeft meegemaakt.

Het doet mij goed dat u hier bent. Ik mag dat in het bijzonder zeggen tegen degenen die het bombardement zelf hebben meegemaakt en tegen hen die toen, 67 jaar geleden, geliefden verloren. Wij gedenken die geliefden met u.

Ich bin Ihnen, Herr Botschafter Dr. Behr, sehr erkenntlich das Sie heute bei uns sind um zusammen mit die Nimwegenaren alle Opfer von 22 Februar 1944 zu gedenken. Die Opfer waren nicht nur holländische Einwohner von Nimwegen und andere Gemeinden, aber auch junge Deutsche.

I would like to express my appreciation to the deputy Chief of Mission of the US Embassy, mr Edwin Nolan, for accepting our invitation to adress this ceremony today on behalf of the American people.

Dames en heren, hoe vaak je de foto's ook ziet, de foto's van de ravage na het bombardement, het went nooit, het blijft verbazen, schokken. De ramp, de ravage en de chaos en de totale leegte daarna, er was letterlijk een halve stad weggeblazen. Leegte waar ooit kerken stonden, woonhuizen, winkels, horecagelegenheden. Leegte waar mensen waren geweest, leegte in de harten en hoofden van nabestaanden en van mensen die het bombardement zelf maar net overleefden.

Ik moet zelf aan deze leegte denken als ik dezer dagen langs Plein 44 loop, de vertrouwde contouren zijn recentelijk weggeslagen en opeens is die leegte van toen voelbaar, van de dag dat het Plein zomaar uit het niets ontstond als een zichtbaar gat in het fysieke en emotionele hart van Nijmegen.

Bijna 800 mensen zijn bij het nooit bedoelde, ongeplande, en toch gebeurde bombardement omgekomen. We weten nu dat het woord "vergissing" de lading van de dodelijke vlucht van 22 februari 1944 niet helemaal dekt. Misverstanden, miscommunicatie, gebrek aan heldere instructies, onzekerheid, het speelde allemaal mee. Hoe moeilijk was het in de eerste decennia na de oorlog om te accepteren dat onze bevrijders ook fouten hadden gemaakt, dat geallieerden niet alleen maar goed en onfeilbaar waren geweest. Waar zwart en wit zo scherp waren gescheiden, licht en donker harde contrasten waren, daar paste geen nuances, geen realistische kijk op wat er echt gebeurd was, door echte mensen van vlees en bloed.

Het leed is door een betere blik op het verleden natuurlijk niet minder geworden, maar dat we ons scherper bewust zijn van het verleden en dat beter kunnen plaatsen, geeft ons misschien wel meer mogelijkheden om nu en in de toekomst met dat schrille verleden om te gaan. We kunnen hopelijk steeds beter de leegte die op die fatale dag onze stad in werd gebombardeerd een plek geven in ons huidige volle leven.

Die leegte van 22 februari is op Plein 44 nog altijd voelbaar, maar evenzeer hier, waar wij nu herdenken. Dit is de meest schrijnende plek. Er staat nog een kastanjeboom, maar geen kleuterschool meer. De zusters van Jezus Maria Josef zijn er niet meer, de spelende en lachende kinderen zijn er niet meer, de vrolijke beweging is bevroren. De schommel staat voor altijd stil. Leegte en stilte. we herdenken in stilte, maar het is ook de scherpste herinnering, de eerste ervaring van overlevenden: het ogenblik nadat de bommen waren gevallen, heel eventjes was het dood- en doodstil. Daarna begonnen mensen te schreeuwen, te huilen, te helpen.
Hoe stil moet het hier op de speelplaats van de Montessori-kleuterschool zijn geweest in dat ene ogenblik?

Ik zeg dat ook tegen de jongens en meisjes van de basisschool Montessori en van het Montessori College Nijmegen. Jullie hebben schommels gemaakt bij het thema Stilte, die straks in de vitrine in het stadhuis een plek krijgen bij de namen van de slachtoffers. Mooi dat jullie dat hebben gedaan en dat jullie zo stilstaan bij de kinderen van 67 jaar geleden. Zij kregen nooit de kans om op te groeien, zelf kinderen te krijgen of kleinkinderen aan wie zij verhalen van vroeger konden vertellen. Anders hadden die kinderen van toen misschien nu de oma of opa van je vriendje of buurmeisje kunnen zijn.

Dames en heren,
Een dichter heeft ooit geschreven: Het leven, dat is een herinnering die je met anderen kunt delen. De herinneringen aan het bombardement van 1944 worden nog steeds gedeeld. We houden ze levend en zo houden wij ook een beetje de slachtoffers van toen in leven. Wij kennen hun namen en spreken ze af en toe nog uit. Zoals een joods gezegde luidt: dan leven ze nog, mensen sterven pas echt als ze helemaal niet meer worden genoemd.

Ik dank de Stichting In Paradisum voor alle inspanningen om de herinnering levend te houden. En laten we in die herinnering ook de mensen herdenken die vandaag de dag nog slachtoffer worden van bombardementen, bv. door hun eigen leiders bevolen, zoals dezer dagen in Libië.

Het herdenken, het herinneren, hoeft niet altijd groots te zijn, het kan in kleine dingen zitten. Zoals in dat versje uit een poesiealbum van een klein meisje aan haar vriendinnetje Annie. Het kleine meisje zelf kwam om bij het bombardement van 67 jaar geleden. Ze had geschreven:

"Honderd bommen en granaten
En een leger van soldaten
Verslind ik liever geheel en al
Eer ik jou vergeten zal."

vrijdag 21 januari 2011

Toespraak: Bezuiniging hoger onderwijs, Den Haag

Hooggeleerd publiek,

Op een academische zitting past het burgerlijk bestuur bescheidenheid. Die bescheidenheid wordt alleen maar groter als het letterlijk zwart ziet van de toga's.

Ik spreek hier niet namens dé burgemeesters van dé universiteitssteden en ik voer ook geen oppositie tegen dit kabinet. Ik zeg dat zo nadrukkelijk om elke suggestie van het tegendeel weg te nemen. Ik denk wel dat veel bestuurders van kennissteden zich met mij zorgen maken over het effect van de aangekondigde maatregelen om op de uitgaven van wetenschappelijk onderwijs en onderzoek te bezuinigen. Een oude wet in politiek en bestuur, ongetwijfeld geformuleerd op basis van grondig academisch onderzoek, luidt dat de kosten voor de baat uitgaan. De maatregelen doen precies het omgekeerde: eerst ombuigen en pas over een aantal jaren weer investeren in het hoger onderwijs. Het gat dat wordt geslagen, moet worden opgevangen met reserves, if any.

maandag 3 januari 2011

Toespraak: Nieuwjaarstoespraak

Dames en heren, Nijmegenaren en gasten van Nijmegen,

Mooi dat u hier bent en in zulke grote getale. Het is dat het wat gedooid heeft, anders had ik het nog moeten zien of u allemaal wel glibberend en al hierheen had kunnen komen…
Het was wat je noemt een zoutloos einde van het jaar. U zou allemaal geen rechtgeaarde Nimwegenaar zijn geweest als u niet massaal van uw onvrede over gladde wegen, bevroren fietspaden en besneeuwde kruisingen had laten blijken, op sites, op blogs, via mails en boze brieven. De nieuwe directeur van de DAR kreeg wat je noemt een warm onthaal in onze stad.
Wat er ook van zij, dit jaar moet en zal het beter gaan, al moet het college er persoonlijk strooiend voor rond gaan!

Ik hoop dat u goed zit, ik weet het eigenlijk wel zeker, want de stoelen in onze mooie Vereeniging zijn allemaal vernieuwd, net als de directie. Als het nu nog kraakt, ligt dat niet meer aan de gemeente maar aan het feit dat u met de feestdagen toch teveel gegeten heeft.

Ik wens u allemaal een mooi, gelukkig en vooral gezond jaar toe. Ik verheug mij op de samenwerking met velen van u, binnen en buiten de stad, ik zie bijvoorbeeld de burgemeester van Arnhem en de collega’s van onze buurgemeenten, wij hebben elkaar meer dan ooit nodig.

Ich wünsche auch unseren Deutschen Freunden ein glückliches neues Jahr und freue mich auf unsere Zusammenarbeit als Nachbarn ohne Grenzen.
And best wishes for the new year to all our other international guests, living in Nijmegen as expats, being student or professional.