donderdag 8 november 2007

7 en 8 november

Woensdagochtend begint met een bezoek van de Taskforce Handicap en Samenleving. Mevrouw Koster en oud-burgemeester van De Bilt Tchernoff komen pleiten voor meer aandacht van overheden voor mensen met een verminderde zelfredzaamheid, zoals dat heet, in het veiligheidsbeleid. Dat zijn dus niet alleen gehandicapten, maar ook kinderen, (hoog-)bejaarden, dementen en anderen. De veiligheidsdiensten houden niet altijd rekening met hen, bijvoorbeeld in de evacuatieplannen. Meestal wordt er vooral gekeken naar verzorgings- en verpleeghuizen, maar heel veel mensen met mindere zelfredzaamheid wonen natuurlijk ook gewoon in flats en eengezinswoningen. Ik beloof om in onze eigen veiligheidsregio en landelijk hier aandacht aan te schenken.

Na een interview voor het blad van een zorgverzekeraar over Nijmegen Gezonde Stad en overleg met mijn medewerkster Marjo, heb ik achtereenvolgens vooroverleg en een vergadering van de Stuurgroep Regionale samenwerking politie. Namens de korpsbeheerders zit ik deze stuurgroep voor, ook burgemeester Bruls van Venlo en verschillende korpschefs maken er deel van uit. Wij begeleiden het onderzoek dat de ministers hebben gevraagd naar de verschillende samenwerkingsvormen tussen de politieregio’s. Een stevige klus, de resultaten van dit onderzoek zullen een rol spelen in de besluitvorming over de toekomst van het politiebestel eind volgend jaar.

Tussen verschillende interne en politieke overleggen door mag ik aan het einde van de middag in De Vijverhof aan de Kwakkenbergweg een Koninklijke onderscheiding uitreiken voor langdurige en intensieve vrijwilligersinzet bij de begeleiding van patiƫnten, ouderen en gehandicapten. Een voorrecht om dat te mogen doen. De ingang van De Vijverhof is nog Nijmeegs grondgebied, maar de feestzaal is al Groesbeek, dus keer ik, zoals het hoort, de penning van mijn ambtsketen om, met het rijkswapen naar voren.
’s Avonds naar Leiden, een doordeweeks nachtje bij mijn gezin, wel zo leuk.

De volgende morgen vroeg van Leiden naar het WTC-gebouw in Rotterdam voor het grote nationale Veiligheidscongres. Een enorme zaal vol met brandweer, politie, GHOR-mensen, ambulancediensten, ambtenaren van ministeries, gemeenten en VNG, militairen en mensen van de verschillende veiligheidsregio’s. Commissaris van de Koningin Clemens Cornielje zet zich in zijn toespraak nogal af tegen bevoegdheden die de komende wet op de veiligheidsregio’s in tijden van crisis geeft aan de voorzitters van de veiligheidsregio’s. Hij noemt ons ‘superburgemeesters’ en dat is beslist niet positief bedoeld. De Commissaris wil liever dat de commissarissen zelf super blijven. In mijn eigen toespraak ga ik er kort op in, maar er zijn wat mij betreft nog wel belangrijkere zaken in de veiligheidszorg dan de competentiestrijd over wie de ‘doorzettingsmacht’ in de regio krijgt.
Verder toespraken van minister Ter Horst en van loco-burgemeester Lodewijk Asscher van Amsterdam. Asscher vertelt over de wijze waarop overlastgevende (maar nog niet criminele) jongeren in onder meer Slotervaart nu worden aangepakt, er worden bijvoorbeeld straatcoaches ingezet. De moeite van het bestuderen waard.

Op de terugweg naar Nijmegen hoor ik van het overlijden van Aad Nuis. De reusachtige Nuis, zoals hij door Jan Blokker steevast werd genoemd, kende ik al 30 jaar geleden, toen ik actief was in D66 Nijmegen en hij Statenlid in Gelderland. We hebben veel met elkaar meegemaakt in onze partij. We werkten in de jaren ’80 samen aan verkiezingsprogramma’s en waren in 1994 ook nog even tegelijk Kamerlid. De jaren dat ik zelf D66 leidde, wilde Aad nog wel eens een ondersteunend mailtje sturen. De laatste jaren zag ik hem nog af en toe en altijd met plezier. Groot gevoel voor humor, grote formuleringskracht, zachtaardige verdediger van nuances, nors en beminnelijk tegelijk. Ik hou gelukkig veel goede herinneringen aan hem over.

Op het stadhuis nog dossiers afgedaan en telefoongesprekken gevoerd, betrekkelijk rustig.

Aan het begin van de avond in de stromende regen naar Berg en Dal (Tivoli) en terug gelopen. Goede training maar wel ongelofelijk nat geworden.