maandag 11 februari 2008

11 februari

Mijn zondagse loopje van gisteren verliep helaas niet volgens plan. Op een grintpad struikelde ik ongelukkig en kwam nogal ten val. Schaafwonden overal en pijnlijke knie en borst. Ik sliep vannacht slecht en loop nu als een oude man.

Gelukkig valt dat lopen in de agenda vandaag mee. Een marathon van Haagse afspraken maar qua locatie wel geconcentreerd. Eerst ’s ochtends langs bij mijn Leidse collega Henri Lenferink. Hij is voorzitter van een club die voor het Korpsbeheerdersberaad aanbevelingen moet doen over de verhouding tussen politieveld en rijksoverheid en ik leid namens datzelfde korpsbeheerdersberaad een stuurgroep over bovenregionale politiesamenwerking. Dat vraagt afstemming en dat doen we.
Daarna in Den Haag een gesprek met Jeep Stuitje en Pieter Veraart van het Landelijk Management Developmant (MD) bureau voor politie en brandweer. Dit bureau is betrokken bij de zoektocht naar een nieuwe regionaal brandweercommandant tevens directeur veiligheidsregio. Bijzonder om Jeep Stuitje weer tegen te komen. Toen ik in 1985 bij het ministerie van Binnenlandse Zaken kwam werken, was hij mijn directe collega op de juridische afdeling. Een jaar later volgde ik hem op als plaatsvervangend chef van die afdeling.

Een uurtje later zit ik op datzelfde ministerie. Eerst een overleg met de plaatsvervangend Directeur-Generaal (DG) Veiligheid, Gert Jan Bos. Ook al zo’n oud-collega. We praten over de taskforce Oudejaarsnacht, die aanbevelingen moet doen om uitbarstingen van vandalisme en geweld in de toekomst tegen te gaan. Minister Ter Horst heeft mij gevraagd die voor te zitten. De groep moet wat mij betreft slechts een paar keer bij elkaar komen, van eindeloos vergaderen wordt niemand wijzer. Een stevig secretariaat met ministeries, Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Openbaar Ministerie (OM) kan heel wat voorwerk doen. Ook spreken we over de begroting van ons politiekorps. Nog geen uitsluitsel helaas, ik wacht de komende week af.

Lunch met Jan Willem Holtslag, die deze maand vertrekt als secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken (BZK) en bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) gaat adviseren over de toekomst van het openbaar bestuur. We hebben aardig wat samen meegemaakt en goed samengewerkt.

In één van de vele vergaderzaaltjes van het ministerie vindt vervolgens het VNG-overleg plaats dat altijd vooraf gaat aan het zogenaamd Strategisch Beraad Veiligheid met het kabinet. De nieuwe samenstelling van onze delegatie is compleet: Annemarie Jorritsma als voorzitter VNG, Jacques (Sjaak) van der Tak (burgemeester Westland en oud-wethouder van Rotterdam), VNG-directeur Ralph Pans en ik als voorzitter Veiligheidsberaad.
Het Strategisch Beraad Veiligheid wordt in weer een andere zaal van BZK gehouden, op de mij zo bekende ministersverdieping. Guusje ter Horst en Ernst Hirsch Ballin zitten aan de andere kant van de tafel. Het belangrijkste discussiepunt is de uitwerking en uitvoering van wat er over veiligheid is afgesproken in het bestuursakkoord tussen rijk en lokale overheid. Het kabinet lijkt de neiging te hebben om zich wel erg met ons te willen bemoeien.

Aan het eind van de middag nog een vergadering van de stuurgroep Bovenregionale politiesamenwerking in weer een ander zaaltje op weer een andere verdieping. Samen met collega Hubert Bruls van Venlo en vertegenwoordigers van het OM en de politiechefs buigen we ons over het onderzoek dat nu plaatsvindt naar alle mogelijke structurele samenwerking tussen politiekorpsen, van technische recherche tot ICT-beleid.

’s Avonds in Oegstgeest, alsof het niet genoeg is geweest, nog méér Binnenlandse Zaken, maar dit keer minder zakelijk. Guusje ter Horst heeft de traditie voortgezet om alle nog levende oud-ministers op dit departement ééns per jaar bijeen te brengen. Hans Wiegel, Ed van Thijn, Cees van Dijk, Hans Dijkstal, Bram Peper, Roger van Boxtel, Klaas de Vries, Johan Remkes, ikzelf, Alexander Pechtold en Atzo Nicolai. Helaas zijn Edzo Toxopeus (minister in de kabinetten De Quay en Marijnen) en Diewke de Graaff-Nauta (demissionaire minister in de laatste maanden van Lubbers 3) niet meer in staat te komen. Ondanks al onze politieke verschillen borrelen en eten we gezamenlijk en gezellig en wordt de toekomst van het openbaar bestuur niet vergeten. Op de terugweg naar Nijmegen tijd voor de collegestukken van morgen.