dinsdag 22 januari 2008

22 januari

Dinsdagochtend eerst het half uurtje met gemeentesecretaris Pier Eringa, daarna collegevergadering. Het college stelt onder meer de brief aan de raad met het voorstel voor de citymarketing vast. Ik hoop dat de raad het snel zal behandelen. Uit een informele bijeenkomst in november heb ik afgeleid dat de kans op een raadsbreed draagvlak groot is. In het college krijgen we een eerste presentatie van de uitkomsten van de zgn. Stad- en Wijkmonitor, waarin de “state of the city” staat beschreven: wat vinden Nijmegenaren de grootste problemen, zijn ze tevreden over het beleid, hoe staat het in de wijken? Over enkele weken worden deze monitor en de zgn. bestuursmonitor aan de raad gestuurd, nu dus nog achter slot en grendel. Tijdens de collegevergadering bespreken we ook de opbouw van ons personeelsbestand en welke mogelijkheden we hebben om dat bij de tijd te houden, ook in de betekenis van leeftijd. Ook de gemeente Nijmegen krijgt last van de vergrijzing.

In de loop van de middag nog verschillende overleggen, onder meer met de stadsadvocaat. Ook een reguliere ambtelijke vergadering over communicatie en representatie. En verder veel stukken en tekenboeken.

Tussendoor komt een ploeg van Eén Vandaag opnamen maken in de Schepenhal en mijn werkkamer. Vorige week werd een interview met mij gepubliceerd in Binnenlands Bestuur. Geen wereldschokkende tekst en wat ik zei had ik al meermalen elders gezegd. Maar dit keer pikte iedereen het op. Ik betrok de stelling dat, nu de gekozen burgemeester door het huidige kabinet van CDA, PvdA en ChristenUnie definitief is gekist en begraven, we moeten stoppen met het burgemeestersreferendum. Dat was immers ooit bedoeld als opstapje, als tijdelijke voorziening in afwachting van de echte gekozen burgemeester. Ik kan het weten, want ik bracht dat burgemeestersreferendum in het regeerakkoord van het 2de kabinet Kok (1998). Dit referendum heeft als groot nadeel dat kandidaten niet een echte inhoudelijke campagne kunnen voeren, in het huidige bestel heeft de burgemeester immers geen politieke macht. Dat zou bij het eerder voorgestelde systeem van de gekozen burgemeester wel anders zijn, die was dan echt regeringsleider op lokaal niveau. Nu kunnen kandidaten alleen maar hun stijlverschillen benadrukken, hoe sociaal ze zijn, hoeveel hart ze hebben voor carnaval of voor schooljeugd. Een beautycontest kort gezegd.

Kiezers willen wel wat te kiezen hebben. In het burgemeestersreferendum is dat niet echt het geval. En al helemaal niet als mensen alleen mogen kiezen tussen PvdA en PvdA. Geen wonder dat in Utrecht de drempel niet werd gehaald, benieuwd of dat in Eindhoven wel zal lukken. Kortom: liever echt dan namaak!