zaterdag 22 september 2007

21 en 22 september

Vrijdag praat ik op het stadhuis met wethouders en ambtenaren over achtereenvolgens de problemen van en met Antilliaanse jongeren en over onze ambities als dienstverlenende gemeente. Er verandert veel op digitaal gebied en Nijmegen wil tot de top van e-government behoren. Bovendien willen we in de toekomst snel en eenvoudig te bereiken zijn voor alle burgers, via één telefoonnummer, één site en één klantencentrum. Mensen hoeven niets te merken van de manier waarop we dat in de “backoffice” organiseren. Om dat voor elkaar te krijgen is wel een stevige inspanning nodig de komende jaren. Ook kijken we in het bestuursteam Vierdaagse terug op een geslaagde aflevering 2007 en kijken we al vooruit naar hoe we het nog beter kunnen doen in 2008.

Tijdens de maandelijkse bijeenkomst van de burgemeesterskring Nijmegen en omstreken, ditmaal in Groesbeek, houdt professor Theo Engelen een boeiende inleiding over demografische ontwikkelingen in Nederland in de afgelopen eeuw. De vergrijzing kon men van heel ver zien aankomen en het is volgens de professor een raadsel waarom iedereen de laatste jaren doet alsof dat ons plotseling is overkomen. Interessant is ook dat Engelen denkt dat het grote beslag dat de babyboom-generatie op de collectieve middelen gaat leggen (WAO, AOW, pensioenen, gezondheidszorg) van voorbijgaande aard is. Het werkelijke probleem is niet vergrijzing maar ontgroening.

Aan het eind van de werkdag reizen gemeentesecretaris Pier Eringa en ik af naar Arnhem, om daar op uitnodiging van burgemeester Pauline Krikke de herdenking van de Slag om Arnhem bij te wonen. Die vindt plaats op het zg. Airborneplein aan de noordkant van de John Frostbrug, in de Arnhemse volksmond beter bekend als de berenkuil. Het blijkt dat ik de eerste Nijmeegse burgemeester ben die deze herdenking bijwoont. Raar eigenlijk, 15 kilometer afstand en toch, ook waar het de oorlog betreft, een grote kloof. Dat heeft, verzekeren wijze oude mannen mij, alles te maken met het verschil in beleving. Nijmegen werd in september 1944 bevrijd, Arnhem geëvacueerd. Dat moge zo zijn, maar beide steden hebben in die tijd fors geleden en beide zijn onderdeel van dezelfde geschiedenis. Die verbondenheid mogen we meer tot uitdrukking brengen, met of zonder Nationaal Historisch Museum. Pier en ik leggen samen een krans bij het monument.

Zaterdagochtend ben ik om 9.30 uur in Utrecht voor achtereenvolgende vergaderingen van het Veiligheidsberaad, de koepel van voorzitters van veiligheidsregio’s, waarvan ik sinds vandaag voorzitter ben, en het Korpsbeheerdersberaad, dat geleid wordt door Job Cohen. De samenstelling van het gezelschap is nagenoeg hetzelfde, dus de overgang tussen twee vergaderingen wordt alleen bepaald door het wisselen van mensen achter de bestuurstafel. De ochtend gaat op aan druk debat tussen 25 burgemeesters over de wet op de veiligheidsregio’s, de taakstelling van 100 miljoen voor de politie, de verdeling van de extra wijkagenten over Nederland, de ICT-problematiek bij de politie en de voornemens van de minister om stevig diversiteitsbeleid bij de politie te voeren. Dat wordt inderdaad tijd, want BZK lukte het niet om met geschikte allochtone en vrouwelijke kandidaten op de proppen te komen voor de functie van plv. korpschef in onze eigen regio. Ik ben blij met de (witte) man die het wel geworden is, Wim van Amerongen, maar is nog een wereld te winnen.