woensdag 19 september 2007

18 en 19 september

Het college van B&W vergadert van 9.30 tot uiterlijk 14.00 uur, want dan is het tijd voor het persgesprek. Tussendoor wordt er geluncht in mijn kamer. Ditmaal gaat de televisie aan zodat we de troonrede kunnen zien en horen. Het is alweer drie jaar geleden dat ik zelf Prinsjesdag in de Ridderzaal meemaakte, de laatste van de elf als kamerlid en minister. Het is in het algemeen een lange maar leuke zit, alleen een jacquet zit niet erg handig op zo’n stoeltje. Aardig om te merken dat ook de Nijmeegse collegeleden bijzondere belangstelling voor hoedjes en royalty hebben. Doorgewinterde politici zijn soms net mensen.

Na het persgesprek ontvangen we de colleges van de buurgemeenten Beuningen, Druten en West Maas en Waal. We praten over verkeersverbindingen en over de Stadsregio Arnhem Nijmegen, waar Druten en West Maas en Waal tot hun leedwezen geen deel van uitmaken. Onze steun om alsnog toe te treden, hebben ze.

Aansluitend spoed ik mij naar Den Haag om bij de grootste netwerkbijeenkomst van het seizoen te kunnen zijn, de Prinsjesdagborrel in Nieuwspoort. Erg handig en goed om het Nijmeegse gezicht te laten zien. Hoe meer mensen vragen hoe het gaat in Nijmegen, des te meer stadspromotie ik kwijt kan. Ik feliciteer de toekomstige nieuwe burgemeester van Leeuwarden, Ferd Crone, met wie ik samen in 1994 in de Kamer kwam. Ik geloof dat ze in de Leeuwardense raad niet zo unaniem waren als in Nijmegen, maar dat hoeft natuurlijk een succesvol burgemeesterschap niet in de weg te staan. Met oud-collega Roger van Boxtel eet ik wat bij de Griek om de hoek. Samen zijn we vervolgens aanwezig bij een goed bezochte bijeenkomst van ‘vrijzinnigen’ uit verschillende politieke partijen, die met elkaar de zorg delen over de toekomst van het vrijzinnig-democratische of sociaal-liberale erfgoed.

Laat terug in Nijmegen maar de volgende ochtend toch vroeg op weg naar Kleve om als voorzitter van de Euregio de kick off bijeenkomst van het nieuwe Interreg IV-programma te openen. Interreg IV is een Europees subsidieprogramma voor grensoverschrijdende samenwerking, waar aardig wat geld in omgaat. Terecht want de grenzen zijn geen beperking meer maar een uitdaging om er over heen te springen.

In de auto terug naar Nijmegen een interview voor Trouw over de kracht van herdenken. Mijn stelling is dat het goed is dat we in het hele land nationaal herdenken en de bevrijding vieren op 4 en 5 mei, maar dat dit onverlet laat dat steden en dorpen ook bij hun eigen individuele geschiedenis moeten stilstaan. De landingen in september ’44 en de inname van de bruggen over de Waal op de 20ste van die maand, zijn een onlosmakelijk deel van de geschiedenis en identiteit van Nijmegen. Ze vormden ook het begin van een moeilijke periode als frontstad met nog vele slachtoffers. We kunnen daar wat beter en zichtbaarder bij stil staan. Ik merk dat het leeft en niet alleen bij de oudste generatie of bij historische hobbyisten. De daad bij het woord voegend deel ik in het stadhuis vervolgens zilveren Waalbrugspelden uit aan de Britse mevrouw die de spil is van de Old Comrades groep en aan haar Nijmeegse tegenhanger Frans Remij, ook bekend als organisator van de jaarlijkse parade van oldtimers uit de oorlogsjaren.

Ook woensdag het strategische overleg met de RUN en het UMC Radboud. Sinds we dit hebben opgezet, loopt de verbinding tussen stad en academie weer zoals het hoort. Goede persoonlijke contacten helpen daarbij, zoals overal. Verder deze dag her en der ambtelijke overleggen en een kennismakingsgesprek met de president van de Bank Nederlandse Gemeenten, Pim Vermeulen. Vroeg naar huis, in dit geval Leiden, want het is mijn trouwdag en het is niet de bedoeling dat we die gescheiden vieren.