Aan het begin van de middag spreek ik in de Schepenhal een welkomstwoord op een bijeenkomst van Het Geldersch Landschap. Een aantal BGers (bekende Gelderslieden) heeft spreuken verzonnen die op bordjes zijn geschilderd en nu worden onthuld. Allemaal ter ere van de prachtige Gelderse natuur. Meedoen een voetballer en een kickbokser, maar ook een gelauwerde schrijver en een oud-premier.
Zelf koos ik voor een paar dichtregels tussen al het dorre bestuursproza: “Mijn land zwiert langs rivieren, / mijn lucht meandert mee”. Ondanks de ongelukkige tijdplanning zie ik net nog kans om namens het Geldersch Landschap buiten in de regen enkele boompjes aan passanten uit te delen. Daarna in een sneltreinvaart naar 52degrees voor de opening van het congres van MKB-Nijmegen en bedrijvenvereniging WKS. MKB Nederland-voorzitter en oud-Nijmegenaar Loek Hermans is er ook. In mijn toespraakje benadruk ik de sterk verbeterde samenwerking tussen het Nijmeegse bedrijfsleven en het stadsbestuur. Het convenant tussen MKB en de gemeente mist zijn uitwerking niet. Grote aanjager was oud-voorzitter Etienne Verkroost en daarom speld ik hem met veel genoegen onze Nijmeegse onderscheiding
van de Zilveren Waalbrug op. Minister Ella Vogelaar komt wat laat binnen maar net op tijd om nog in debat te gaan over de rol die ondernemers kunnen spelen in de ‘prachtwijken’. Ze suggereert in een bijzinnetje dat er wellicht speciale voordelen kunnen worden gecreëerd voor bedrijven in een wijk als Hatert. In de pauze praat ik even met haar door. In de zgn. Rotterdam-aanpak heeft het kabinet waar ik deel van uitmaakte, mogelijkheden geschapen voor fiscale voordelen voor bedrijven die zich in kansarme wijken willen vestigen. Kan dat worden toegepast in de prachtwijken, bv. vermindering van OZB, minder stringente vestigingsvoorwaarden, laag BTW-tarief? De moeite waard om verder te onderzoeken, ook met het oog op Europese regelgeving rond mededinging. Ik kan het tweede deel van het congres niet bijwonen omdat er een bijeenkomst van het adviescollege van de politieregio wacht. In het hoofdbureau overleggen korpschef, hoofdofficier en ik met collega’s van onder meer Wijchen, Geldermalsen en Groesbeek over de plannen om de gebiedsteams anders in te delen. Korpschef Henk van Zwam doet de verheugende mededeling dat ons korps dankzij goede prestaties wat extra geld heeft gekregen van de minister. Handig in tijden van financiële zorg.
Om 18.30 uur ben ik weer op de Goffertweide
om het jongerenfestival Burn! te openen. Aan het begin van de avond loopt het nog niet echt storm, dat gebeurt pas, naar mij wordt verteld, na 21 uur als de echte kaskrakers optreden. Als ik een uurtje later weer vertrek hoor ik de muziek van Henk Westbroek, dus echt ‘hot’ is het dan nog niet. Zonder ambtsketen en zonder das, geheel privé, loop ik om 20 uur boekhandel Dekker van der Vegt binnen, voor deze ene woensdagavond toegankelijk voor het poëziefestival Onbederf’lijk Vers. Voor een publiek van rond 100 mensen treden drie dichters op, de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik vooral kom voor Remco Campert. Zijn onnadrukkelijke voordracht is net zoals zijn gedichten, tussen neus en lippen krijgen de meest onroerende regels hun betekenis.