maandag 7 mei 2007

Toespraak: Inleiding op IMM-symposium

Dames en heren,

Ik voel me buitengewoon vereerd dat ik vanavond hier mag spreken tijdens de opening van het symposium van het Instituut voor Moleculen en Materialen. Het is een bijzondere week voor het IMM en voor onze Radboud Universiteit, en daarmee ook voor de stad Nijmegen. Morgen ontvangen we hier namelijk hoog bezoek, want Hare Majesteit Koningin Beatrix zal dan officieel het nieuwe Huygensgebouw van de bètafaculteiten komen openen. Zij kan zich verzekerd voelen van gerenommeerd gezelschap, want het IMM heeft een aantal vooraanstaande wetenschappers, waaronder zelfs een Nobelprijswinnaar!, weten te strikken om te spreken op het symposium. Morgen is de hoofdrol voor hen, maar vanavond is het podium even voor mij.

Vreest u niet, ik ga hier geen inhoudelijke bijdrage leveren op het gebied van moleculen en materialen. Ik zou niet dúrven in dit gezelschap! Maar ik spreek graag met u over een onderwerp waar ik wel verstand van heb, en dat is Nijmegen.



Voor degenen onder u, die het nog niet wisten, Nijmegen is de oudste stad van Nederland. Al rond het begin van onze jaartelling was Nijmegen een stedelijke samenleving. Duizenden Romeinse soldaten bevolkten dit gebied, en rondom het legerkamp vormde zich al snel een burgerlijke nederzetting.
Het was overigens niet voor niets dat de Romeinen Nijmegen tot hun belangrijkste legerplaats in het noorden van het Romeinse Rijk maakten. Als u de kaart, en dan bij voorkeur de hoogtekaart, van ons gebied erbij pakt ziet u waarom. De geografische en geomorfologische ligging van Nijmegen is uniek en zeer strategisch. Vanaf een natuurlijke stuwwal hadden de Romeinen uitstekend zicht op aanvoerroutes via het water en op de overkant van de Waal, waar de vijand zich bevond. Een betere locatie voor een legerkamp is niet denkbaar.
Tweeduizend jaar geleden was Nijmegen dus al een wereldstad, waar Romeinen, Bataven en avonturiers uit andere culturen bij elkaar kwamen.

Die internationale positie en die gastvrije houding heeft Nijmegen door de eeuwen heen altijd weten te behouden. Karel de Grote erkende de bijzondere positie van Nijmegen en bouwde hier een indrukwekkende palts op het Valkhof. Ook was onze stad in de late middeleeuwen een bruisende Hanzestad, die handel dreef met steden over geheel Europa. In 1678 en 1679 kwamen bestuurders en edellieden uit heel Europa naar de Waalstad voor belangrijke vredesbesprekingen. Die leidden uiteindelijk tot de Vrede van Nijmegen, waarmee eigenlijk de eerste kiem werd gelegd voor de latere Europese Unie. Het is niet voor niets dat het Te deum dat ter gelegenheid van de vredesbesprekingen werd gecomponeerd door Marc-Antoine Charpentier nog steeds de officiële Eurovisietune is.
Naast een economische impuls heeft de Vrede van Nijmegen de stad ook een serie unieke wandtapijten opgeleverd, en een portrettenreeks van de Europese staatslieden die hier enkele jaren hebben verbleven. Deze kunstwerken hangen in ons eigen stadhuis en het schijnt dat er in Nijmegen nog opvallend veel mensen rondlopen die enige gelijkenis vertonen met die Europese vorsten. Zoals ik al zei, we zijn altijd een gastvrij volkje geweest..

Nog recenter is de rol die Nijmegen speelde aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. De Operatie Market Garden van de geallieerde legers luidde het begin in van het einde van die oorlog. Nog steeds is de band van Nijmegen met haar bevrijders een bijzonder sterke, en jaarlijks ontvangen we nog vele veteranen bij de verschillende herdenkingen. We hebben helaas geen uitputtend fotoboek van alle Amerikanen, Canadezen, Engelsen en Polen die Nijmegen hebben bevrijd. Waarschijnlijk zou ik anders een vergelijkbare opmerking kunnen maken als bij de Vrede van Nijmegen..

Hoe dan ook, door de eeuwen heen is Nijmegen een wereldstad gebleven.

En nu, in de 21e eeuw, is deze stad meer dan ooit een wereldstad. Eén week per jaar zijn wij natuurlijk het centrum van de wereld als het gaat om onze Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen. Mensen van meer dan 60 nationaliteiten verzamelen zich dan in onze stad voor een sportieve krachtmeting.
Maar de rest van het jaar wordt het internationale karakter van Nijmegen vooral bepaald door de Radboud Universiteit en de kennisbedrijven in de stad. Die trekken topwetenschappers, kenniswerkers en studenten aan van over heel de wereld. Zij maken Nijmegen tot de wereldstad die ze nu is. En daar is onze gemeente buitengewoon trots op.

Een groot deel van de kennis in onze stad en in onze regio concentreert zich op het thema health. Ik denk dan aan de kennisinstellingen en instituten op onze universiteit, ik denk aan de vele grote en kleinere bedrijven op het gebied van kennistechnologie en natuurlijk aan de grote medische en zorginstellingen in de stad en regio. 23% van de werkgelegenheid hier is health-gerelateerd. Dat zijn de genieën op de universiteit, de ingenieurs in de bedrijven, maar ook de handjes aan de bedden.

Het is dan ook geen wonder dat Nijmegen bewust heeft gekozen voor een economisch concept dat we Health Valley noemen. Wij willen ons als regio richten op het intensiveren van onze kennis en innovatieve krachten. We willen een kruisbestuiving tussen wetenschap en bedrijfsleven. Hierdoor moet uiteindelijk een conglomeraat ontstaan van bedrijven en instellingen dat zoveel massa en kwaliteit heeft dat het als een magneet werkt op andere innovatieve partners. En dan beodel ik natuurlijk niet alleen het magnetenlab.
We willen voorop lopen in de ontwikkeling van nieuwe instrumenten, apparaten, methoden en geneeswijzen. Kortom, Nijmegen heeft ambities!

U hoort dat ik hier steeds in de wij-vorm spreek. Dat doe ik bewust, want de overheid is ook een belangrijke speler in de verdere ontwikkeling van Health Valley. De gemeente levert misschien geen inhoudelijke en wetenschappelijke bijdrage aan het concept, maar is wel een belangrijke speler op andere terreinen. Bijvoorbeeld in faciliterende zin, als het gaat om bestemmingsplannen, bouwvergunningen, parkeervoorzieningen en verkeersstructuur. Maar ook als bruggenbouwer tussen partijen en in de contacten met andere overheden kan de gemeente een bijdrage leveren. En niet te vergeten als financier van projecten en als subsidieverwerver in Europees en wereldverband.

De samenwerking en afstemming tussen gemeente, kennisinstellingen en bedrijfsleven in onze regio is de laatste jaren steeds beter geworden. Dat was vroeger helaas wel anders. Sterker nog, het had maar een haar gescheeld of de gemeente Nijmegen had überhaupt de komst van de universiteit verhinderd. In 1923 stemde de Nijmeegse gemeenteraad met slechts één stem verschil vóór een universiteit in de stad. Ik durf geen voorspelling te doen hoe onze stad er nu zou hebben uitgezien als de stemming toen anders was uitgevallen...

De Nijmeegse economie heeft zich in de afgelopen decennia heel snel ontwikkeld van een arbeidersbolwerk tot een stad met internationaal befaamde kennisintensieve bedrijven. Waar halverwege de vorige eeuw de zeep-, melk- en schoenindustrie floreerde, staan nu de meeste geavanceerde laboratoria voor de toptechnici van onder meer NXP, Synthon en Royal Haskoning. In een razendsnel tempo is onze beroepsbevolking veranderd van handjes naar hersens. Nijmegen kent relatief één van de hoogst opgeleide beroepsbevolkingen van Nederland. Dat is niet onbelangrijk nu steeds meer bedrijven hun productiewerk uitbesteden naar lage lonenlanden in het verre oosten en Oost-Europa.
Ondanks die uittocht van de laaggeschoolde arbeid, doet de Nederlandse economie het uitstekend. Vorig jaar groeide het bruto binnenlands product, de meeste gebruikte maatstaf van de welvaart in een land, met 2,9%. Dat is meer dan de gemiddelde groei in de eurolanden.
Heel Nederland, en dus ook Nijmegen, profiteert daarvan. Er is namelijk nog voldoende markt over in ons land, ondanks het vertrek van de laaggeschoolde arbeid. In Nederland investeren bedrijven namelijk in die activiteiten die elders niet zo gemakkelijk kunnen worden ontplooid. Zoals onderzoek, ontwikkeling en ontwerp van industriële producten en de marketing ervan.
De verdere ontwikkeling en professionalisering in deze tak van industrie gaat zo snel dat Nederland nu tegen het luxeprobleem aanloopt dat er te weinig hoogopgeleid personeel voorhanden is.

Dat betekent dat de kennisinstellingen en- bedrijven in de Nederlandse steden elkaar en de buitenlandse steden gaan beconcurreren om het beste personeel en de beste wetenschappers binnen te halen. Nederland, en natuurlijk vooral Nijmegen, moet in die strijd voorop gaan. Dat gebeurt nu nog veel te weinig. De Sociaal Economische Raad (SER) constateerde onlangs nog dat Nederland achter loopt in de wereldwijde strijd om buitenlands talent. We leggen het af tegen de andere Europese landen, om over de Verenigde Staten en Canada maar te zwijgen! De SER adviseerde het nieuwe kabinet dan ook met klem om vooral de rode loper uit te leggen voor kenniswerkers.

Gelukkig zijn er de laatste tijd veranderingen en verbeteringen te bespeuren. Zo heeft de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) tegenwoordig één aanspreekpunt voor kenniswerkers. Daardoor kunnen verblijfsvergunningen sneller verleend worden. Ook heeft de IND convenanten met 2300 bedrijven die minimaal tien kenniswerkers in dienst hebben. De werkgever stelt zich garant voor zijn buitenlandse personeel en hun gezinnen in ruil voor een soepele toelating.

Ik hoop dat die trend zich blijft voorzetten en dat we ons minder blijven focussen op de negatieve bijeffecten van de immigratieproblematiek, en ons vooral realiseren dat we een open, gastvrije economie moeten willen zijn.

Als burgemeester en als gemeente bepalen wij niet het landelijk beleid. Waar we wel voor kunnen zorgen, is dat in Nijmegen de zaken voor onze buitenlandse gasten goed regelen.
De hoogwaardige kennisinstellingen en kennisintensieve bedrijven in Nijmegen trekken wetenschappers, promovendi, studenten en werknemers uit alle windstreken aan. Het is niet voor niets dat de voertaal op veel faculteiten tegenwoordig Engels is! De Nijmeegse internationale gemeenschap bestaat op dit moment uit ongeveer 1000 hoogopgeleide kenniswerkers en studenten. Voor al die buitenlandse toppers, expats noemen we hen, is echter meer nodig dan een inspirerende en uitdagende werkplek. Zij willen ook graag een plezierige woonomgeving, snel passende huisvesting, goede voorzieningen voor hun kinderen, taalcursussen en culturele en recreatieve mogelijkheden.

Daar ligt een belangrijke taak voor de gemeentelijke overheid. Onze Nijmeegse bedrijven en instellingen zorgen ervoor dat zij aantrekkelijk zijn voor de high potentials uit de hele wereld. Als gemeente moeten wij ervoor zorgen dat die kenniswerkers zich hier welkom en thuis voelen. Als wij deze kenniswerkers niet aan ons binden, gaan ze naar een omgeving waar het beter is. We moeten dus het vestigingsklimaat van Nijmegen voor buitenlanders goed onder de loep nemen. Daarom doen we op dit moment een onderzoek naar de wensen en behoeften van de huidige expats in Nijmegen. Een eerste inventarisatie wijst uit dat buitenlandse Nijmegenaren als eerste behoefte hebben aan heel basale informatie. Hoe vind ik huisvesting? Hoe werkt het openbaar vervoer? Hoe regel ik een telefoonaansluiting? Hoe kom ik aan een dokter of tandarts? Wanneer wordt het huisvuil opgehaald? Waar is het dichtstbijzijnde zwembad? Hoe kan en moet ik mij verzekeren?

Belangrijk is ook het culturele klimaat in en om een stad. Hoogopgeleide mensen stellen hoge eisen aan het culturele programma van een stad. Gelukkig hebben we in Nijmegen een aantal gerenommeerde culturele instellingen in huis, zoals Lux, het grootste art house van Nederland, een fantastisch poppodium als Doornroosje en concertzaal waarvan de akoestiek tot ver buiten onze landsgrenzen wordt geroemd. Ik las trouwens onlangs in het rapport van het Ruimtelijk Planbureau over “De nieuwe stad” dat het vooral de gamma’s en alfa’s zijn die belangstelling hebben voor cultuur. De bèta’s, en dar reken ik toch de meerderheid van deze zaal onder, zouden wat minder interesse hebben voor cultuur, maar vooral voor een fraaie natuurlijke omgeving. Die hebben we gelukkig ook in overvloed, maar wellicht dat Nijmegen u nog een beetje kan opvoeden in artistieke zin!

Voor de langere termijn staan er ook vraagstukken op de agenda over substantiële faciliteiten voor de steeds groter wordende groep expats. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een internationale school in Nijmegen.
Een andere mogelijkheid is het opzetten van een “Nijmegen Hospitality Center”. Daaronder valt in ieder geval een soort loketfunctie waar expats terecht kunnen met allerlei uiteenlopende vragen. Ook de gemeentelijke website zou goede informatie voor onze internationale kenniswerkers moeten leveren. Verder zou er een welkomstprogramma kunnen komen met rondleidingen, netwerkmogelijkheden en een informatiepakket.
Binnenkort komen we met een uitgewerkt plan waarin al dit soort voorstellen een plekje krijgen.
Als burgemeester voel ik me persoonlijk verantwoordelijk voor een goed vestigingsklimaat voor onze buitenlandse gasten.

Soms verbaas ik me ook over de aantrekkingskracht die ons kleine landje uitoefent op buitenlanders. Want als je ons goed beschouwd, zijn we natuurlijk een buitengewoon eigenaardig volkje. We eten rare dingen zoals stroopwafels, drop en beschuit met muisjes. Waar andere landen een overzichtelijk politiek systeem kennen met twee of soms drie politieke partijen, doen in Nederland tientallen partijen mee aan de verkiezingen. Dat zit in onze volksaard, want eigenlijk vinden alle Nederlanders dat zij zelf het beste ons land zouden kunnen besturen. Dat vind ik van mezelf uiteraard ook.
Ook zijn we het enige land ter wereld waar we de telefoon opnemen met onze naam, en waar we bij de begroeting elkaar drie keer kussen.

Dames en heren,

Ik wil afsluiten door mijn toekomstvisie voor het Nijmegen over 10 of 15 jaar met u te delen. In 2020 is Nijmegen geen Nederlandse stad meer, maar een Europese en zelfs de wereldstad, die we trouwens al eeuwenlang zijn. De grenzen zijn irrelevant geworden, zowel die tussen landen als die tussen mensen. Onze regio staat internationaal bekend als Health Valley, waar kennis, deskundigheid en R&D op het gebied van gezondheid en zorg is geconcentreerd. Onze universiteit en onze kennisbedrijven hebben wereldfaam en ze investeren blijvend in internationale relaties. Kenniswerkers uit alle windstreken wonen en werken met veel plezier in en om onze stad, en genieten van de prachtige omgeving, de recreatieve mogelijkheden en de culturele voorzieningen, ook de bèta’s!
De gemeente Nijmegen heeft een goed ontwikkeld beleid dat is gericht op het binnenhalen en binnenhouden van talentvolle kenniswerkers. Zij voelen zich welkom en ze voelen zich thuis in Nijmegen, en zijn belangrijke ambassadeurs voor onze stad in hun land van herkomst.
Nijmegen heeft in de wereld het imago een gastvrije, internationale, open en tolerante stad te zijn.
Kortom, Nijmegen was, is en blijft in de toekomst een wereldstad.

Ik dank u voor uw aandacht.