dinsdag 22 mei 2007

22 mei

Na de collegevergadering loop ik met woordvoerder Arian Kuil naar het Valkhof voor opnamen van Netwerk. De discussie over de locatie van het Nationaal Historisch Museum is nog niet afgelopen en de NCRV maakt er voor aanstaande vrijdag een item van. Natuurlijk steunt Nijmegen Arnhem als vestigingsplaats indien de minister niet bereid is om er een open competitie van te maken. Maar voorlopig houden we maar even vast aan een eerlijke wedstrijd voor alle geïnteresseerde steden die met recht in de Nederlandse historie delen. Nederlandse en geen Hollandse, want dat wordt al te gemakkelijk synoniem verklaard. Maar de Oranjes die nu de kroon dragen komen niet uit Holland maar uit Friesland, de kerstening van de lage landen heeft zijn geschiedenis in Dokkum, Utrecht, Maastricht, niet in Amsterdam. De grote middeleeuwse kunstenaars kwamen uit Den Bosch en Nijmegen, Breda kent z’n turfschip, Overijssel zijn Hanzesteden. En ja, de oudste stad van ’t land ligt aan de Waal en niet aan de Amstel.
Raar dat de minister niet in wil gaan op de argumenten om de procedure open te gooien. Zo gesloten ken ik Ronald Plassterk niet.

Vandaag ook een aardig overleg tussen het Nijmeegse college en het stadsbestuur van Kleve. Dat zit wat anders in elkaar dan wij gewend zijn, want mijn collega Bürgermeister Theodoor Brauwer is rechtstreeks gekozen door de kiezers en de wethouders heten daar “Beigeordneten”. Het zijn inderdaad geen hoofd- maar bijrolspelers. De Bürgermeister is de baas. Al gelooft u het niet: ik ben niet jaloers.
De steden hebben veel met elkaar te maken maar verschillen ook wezenlijk. Kleve heeft geen hogere onderwijsinstellingen en veroudert, Nijmegen wordt meer en meer een jonge kennisstad. Hoe verschillend ook, we hebben we gemeenschappelijke belangen zoals een goede spoorverbinding die er ooit was, maar nu een slapend bestaan leidt.

Aan het begin van de avond vindt het eerste strategisch overleg tussen universiteit, UMCN en gemeente plaats. We hebben dat gezamenlijk ingesteld om beter van elkaar te weten wat we doen, hoe we met elkaar belangen kunnen rekening houden en waar we elkaar kunnen versterken. De beide bestuursvoorzitters en de nieuwe rector magnificus willen net zo graag investeren in een gemeenschappelijke agenda als wij, dat doet deugd.