vrijdag 11 mei 2007

9 tot en met 11 mei

Er zijn dagen dat de auto daadwerkelijk een rijdend kantoor is. Vandaag eerst de Europese vlag gehesen op mijn oude school, het Stedelijk Gymnasium. Het is immers de dag van Europa. Ik vertel de scholieren dat de Eurovisie-melodie, die je vroeger bij elke internationale uitzending hoorde en nu nog bij het songfestival, eigenlijk Nijmeegse muziek is. De Fransman Charpentier componeerde het muziekstuk ter gelegenheid van de Vrede van Nijmegen in 1679. Dat was dan ook de eerste vrede op een beetje Europese schaal.

Na de vlag naar Hoevelaken voor het Stimuleringsfond Volkshuisvesting, daarna naar Tiel voor het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid, dan weer naar Utrecht voor een miniconferentie met alle voorzitters van de veiligheidsregio’s en om 20.00 uur weer terug in Nijmegen om met de gemeenteraad over de brandweer te praten, maar ook over de veiligheid in de parken, de opvang van asielzoekers en de bekeuringen van fietsers.

Dat laatste doet nogal wat stof opwaaien, ik denk vooral door de foto’s die op Geenstijl.nl zijn verschenen. Mensen mogen door wegwerkzaamheden ergens niet fietsen en moeten dat ook op de stoep niet doen. Dat is hinderlijk en gevaarlijk voor wegwerkers en basisscholieren in de buurt. Ze worden een dag gewaarschuwd en de volgende dagen bekeurd op de drukke tijdstippen. Er zijn dertig bekeuringen uitgedeeld, big deal. Toch is de commotie groot, vooral omdat mensen zich er aan storen dat de politieambtenaren de fietsers “in de val” laten lopen: je wordt aangehouden na de overtreding en zonder dat je de politie eerder al kon zien. Tsja, dat lijkt me niet zo uitzonderlijk. Op de autoweg gebeurt dat altijd en bij een drankcontrole wordt ook niet een kilometer tevoren gewaarschuwd dat je moet blazen.

Donderdag staat alweer in het teken van de academie. ’s Ochtends bezoek ik het inmiddels wereldfaam bezittende FC Donderscentrum Werkbezoek van burgemeester De Graaf aan het FC Dondersinstituut op 10 mei 2007 en het Max Planckinstituut. ’s Middags woon ik de viering van de dies natalis van de Radboud Universiteit bij. Bij deze gelegenheid in een stampvolle concertzaal De Vereeniging vindt ook de rectoraatsoverdracht plaats. De bij de studenten zeer geliefde bioloog Kees Blom wordt opgevolgd door de civilist Bas Kortmann, die ik nog van mijn Nijmeegse juridische jaren ken. Een mooie plechtigheid met opvallend veel zwaar gedecoreerde hooggeleerden in prachtig vol ornaat. Helaas hoor ik dat vriend en leermeester Tijn Kortmann (oudere broer) een hartoperatie moest ondergaan. Het zit hem rond festiviteiten niet mee.

’s Avonds ontvang ik in de Schepenhal van het stadhuis 150 huisartsen uit tal van Europese landen die in Nijmegen congresseren onder leiding van de hoogleraren Lagro en Van Weel. Beiden mocht ik 10 dagen geleden een fraaie onderscheiding uitreiken. Ik zie ze nu in de praktijk aan het werk.

Vrijdag breng ik een uiterst prettige ochtend door in Groesbeek. Eerst op de koffie bij pastoor Thuring in het kerkdorp Bredeweg. Pastoor Thuring is de spil van de vrijwilligers die de kennis over en inzicht in de oorlogshandelingen in deze regio van september 1944 af levend houden. Ik ben erg onder de indruk. Daarna laat collega Gerd Prick mij zijn uitgestrekte en mooie gemeente zien. Een groot deel van Nijmegen grenst aan Groesbeek, van Berg en Dal tot aan de Heilig Landstichting en de kern Groesbeek zelf. Drie ook voor Nijmegen belangrijke musea (Bevrijdingsmuseum, Oriëntalis, Afrika-museum) staan op Groesbeekse grond. De gemeentebesturen zijn gelukkig goede buren. Ik lunch bij Gerd en zijn vrouw in een mooi huis dat ooit de ambtswoning was.

’s Middags open ik onder meer de tentoonstelling in de Stratemakerstoren van 20 jaar Stedenband tussen Nijmegen en het Russische Pskov (ik moest even leren hoe ik dat uitspreek, maar het went). Ook overleg ik met prof Theo Camps, die in zijn rol van voorzitter van Berenschot samen met mij een lezing houdt op Curaçao volgende maand over de ontwikkeling van de Antilliaanse eilanden en de financiële hulp van Nederland daarbij.

Tussen de bedrijven door schrijven wethouder Hannie Kunst en ik een brief aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Deze minister wil een Nationaal Historisch Museum dat de “canon” in beeld moet brengen en heeft zonder veel toelichting een drietal steden aangewezen als potentiële vestigingslocatie. Wij willen weten waarom minister Plasterk niet voor een competitie, een openbare aanbesteding kiest. Steden als Utrecht of, vooruit, Nijmegen, zouden dan ook kunnen “bieden”(je bent de oudste stad van Nederland of niet). Benieuwd naar zijn reactie. Als er geen ruimte komt, zou dat principieel onjuist zijn, maar dan zullen we diep zuchten en vervolgens een fanclub vormen voor onze goede buur Arnhem. De geschiedenis van Nederland is immers niet alleen in het westen gemaakt, bij lange na niet!