maandag 16 april 2007

15 en 16 april

Warme zondagmiddagen zijn er om lekker te luieren, op een bootje, in de tuin, in een verkoelend bad. Toch spoed ik mij naar de kelders van Maison De Bruijn. Het is belachelijk warm voor de tijd van het jaar en Al Gore heeft helemaal gelijk. Niettemin is de bijeenkomst de moeite waard. De gebroeders De Bruijn, 7de generatie, vieren het 47ste lustrum (reken zelf maar uit) van P. de Bruyn Wijnkopers en dat is wel een feestje waard. Samen met de Franse ambassadeur Michel Graussot smeer ik wat specie om daarmee uiterst professioneel een eerste steen voor de uitbouw van de opslagruimten te leggen. Het provisorisch muurtje wordt na vandaag natuurlijk weer afgebroken, maar die steen komt uiteindelijk ergens in een echte muur en dat is een mooie gedachte. Mijn Frans is gelukkig acceptabel, al gaat er wel eens wat mis met de werkwoordtijden. We drinken met honderden gasten een glas champagne, de Telegraaf-society-rubriek houdt een oogje in het zeil.

’s Avonds, als het nog steeds 22 graden is, ga ik op mijn hardloopschoenen de Zevenheuvelenweg verkennen. Ik geloof dat ik nog wel even trainen moet voordat ik de gelijknamige Loop in november zonder al te veel problemen aan kan.

Maandag is het Arnhem-Nijmegen-dag. Dat wil zeggen dat collega Pauline Krikke en ik een beetje van elkaars stad proeven. ’s Ochtends Arnhem, ’s middags Nijmegen. Burgemeesters De Graaf en Krikke tijdens hun dag meelopen in de andere gemeente op 16 april 2007 We fietsen door prachtige polders (nooit geweten dat Arnhem die heeft), bezoeken modekunst in Klarendal en kijken naar de vorderingen van het Arnhem Centraal project. In Nijmegen laat ik Pauline de bijzondere Limos-ontwikkeling zien en een paar projecten van de universiteit, waaronder het nieuwe Huygens-gebouw dat de koningin volgende maand komt openen. Allemaal zeer de moeite waard, maar het is vooral goed dat we de tijd hebben om een hele dag samen op te trekken en dus ook veel met elkaar te praten. Pauline is een enige collega met wie ik het al van oudsher goed kan vinden. Een goede band lijkt me alleen maar nuttig voor de samenwerking tussen beide steden. De derby’s tussen NEC en Vitesse moeten natuurlijk allemaal glorieus door Nijmegen worden gewonnen, maar verder moeten we vooral goed samenwerken in plaats van concurreren. Tussen de biertjes en de bittergarnituur in het universiteitscafé vertellen we de pers dat we o.a. een gezamenlijke driehoeksvergadering gaan houden met de beide politiekorpsen, samen Den Haag gaan belobbyen voor meer geld voor grenssteden, onze herdenkingen meer op elkaar gaan afstemmen en zullen stimuleren dat de ondernemersnetwerken van beide steden vaker elkaar weten te vinden.

’s Avonds, als het opnieuw fantastisch weer is, eet ik met districtschef Aart Garssen op een terras aan de Waalkade en spoed ik mij nog even naar een ander restaurant in Malden om een Zilveren Waalbrugspeld uit te reiken aan de Nijmeegse horeca-exploitant Van Dekken. De man heeft ongeveer in elke binnenstadclub gezeten die je je maar kan bedenken. En hij ziet er niet uit alsof hij daarmee wil ophouden.