
Op straat rondlopen is leuk als het redelijk weer is en als je daarna weer een dak boven je hoofd hebt. Daklozen hebben dat niet. Nijmegen heeft net als andere grote steden de nodige daklozen. Mensen die het om welke reden in onze maatschappij niet op de gewone manier bolwerken. Vaak in de war of verslaafd aan alcohol of drugs of beide. Aan deze “straatmensen” wordt door vrijwilligers al jaren lang een paar keer per week soep en brood uitgedeeld. Ook daklozen hebben een burgemeester, daarom help ik de vrijwilligers een klein uurtje mee. Soep en eieren met spek vinden gretig aftrek. Aan de term “straatmensen” moet ik nog wennen, het klinkt net als een ander soort mensen, als aliens. Dat zijn ze niet.

De 185 buitenlandse scholieren die deze week te gast zijn bij de Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen zijn ook geen ‘aliens’, maar wel vreemden in Nijmegen. Zij hebben gelukkig deze week wel een dak boven het hoofd. Ze slapen in gastgezinnen en leren zo wat van het Nederlandse en Nijmeegse leven. Vanavond open ik de “stagenight” in de Nijmeegse Schouwburg. Ik zie onder meer Poolse dansen, Hollandse gitaristen en Portugese fado-zangers. In de coulissen van de schouwburg voel ik een vreemde nostalgie. 30 jaar geleden stond ik hier ook, als regisseur van het schooltoneel van het Stedelijk Gymnasium. Ik herken de zenuwen van de scholieren van nu.