donderdag 22 februari 2007

Toespraak: Herdenking bombardement Nijmegen

Deputy Chief of Mission, US Ambassy, Mister Blakeman, Colonel Calbos, dames en heren,

‘Het verdriet stortte neer op de stad,
hartuithakkend verdriet om het hart
en de ziel en de tijd van de stad; vuur
sprak in tongen over de zeven honderden
en tegen de verslagenen na de bijlslag
'Nu is jullie tijd niet meer bij jullie'.
Leeg vlogen de drakenwagens verder
van onze vrienden; rouwend grijs en geel
na de luchtaanval, viel het licht neer,
voorgoed gedoofd leek 't, verstomden’

De dichter H.H. ter Balkt beschrijft in zijn gedicht ‘Na de luchtaanval’ hoe op 22 februari 1944, om twee minuten voor half twee, de tijd stil stond in Nijmegen. Op 22 februari, twee minuten voor half twee, is Nijmegen sindsdien voor altijd even stil. De stad werd op die dag geraakt door Amerikaanse bommenwerpers. Bijna 800 mensen kwamen om. Grote delen van de oude binnenstad werden verwoest. In luttele minuten tijd raakten de bommen niet alleen het centrum van de stad, zij sloegen kraters van onherstelbare schade en verdriet in de harten van vele duizenden Nijmegenaren.
22 Februari is een dag van namen en herinneringen. Van Nijmegenaren die gewond raakten. Van nabestaanden, klasgenoten, buren of vrienden die dierbaren verloren. Het is ook een dag van bijzondere verhalen. Over mensen die door stom toeval ontsnapten aan de dood, over helden die met gevaar voor eigen leven mensen redden. Maar het is vooral een dag van droevige verhalen.
Mijn voorgangers hebben ieder jaar ooggetuigen geciteerd die indrukwekkend beschrijven hoe de bommen vielen en het stadscentrum in een brandende puinhoop veranderden. Hoe machtige iconen van de stad, als de Sint-Stevenstoren en het station, zomaar verdwenen.
Maar in al dat grote geweld was ook sprake van talloze kleine tragedies die het toch al zo trieste verlies van levens nog pijnlijker maakten.
Bouwien Huisman, een vrijwilligster in de veilinghallen waar slachtoffers werden geïdentificeerd, beschreef dat treffend in het tv-programma Andere Tijden. ‘Er was een man die tegen mij zei: "Zuster, hier zijn de ring en de bril van mijn vrouw, ik zou graag in de kist willen kijken". Ik zei: "Nou meneer, doet u dat nou maar niet. Herinnert u zich uw vrouw liever zoals u haar voor de laatste keer gezien hebt." En toen keek hij me aan en zei: "Ja maar dat is juist zo vreselijk, we zijn met laaiende ruzie uit elkaar gegaan, ze smeet de deur dicht en ging terug naar haar moeder".’
Vandaag staan we opnieuw stil bij al die grote en kleinere drama’s. Decennialang is er weinig aan herdenkingen van het bombardement gedaan. Misschien omdat Nijmegenaren zich geen raad wisten met de fout van de Amerikaanse piloten. Van échte boosheid op de Amerikanen is hier nooit sprake geweest. Het bombardement was een vreselijke tragedie, maar wel een vergissing. De Amerikanen werden zes maanden later bij de bevrijding van de stad dan ook met open armen ontvangen. De Duitse propaganda naar aanleiding van het bombardement ten spijt. De reactie van de Nijmegenaren was overwegend: het is oorlog, dit gebeurt nu eenmaal. Dit kun je onze bevrijders niet verwijten. Burgemeester De Graaf tijdens zijn toespraak bij de herdenking van het bombardement in Nijmegen, 22 februari 2007
Maar mede daardoor is het verwerkingsproces voor velen moeizaam verlopen. Honderden mensen hebben er lang niet over gepraat. Bovendien moest direct na het bombardement alle energie in de wederopbouw van de stad worden gestoken. De Nijmegenaren richtten zich liever op iets constructiefs. Er was geen tijd voor omkijken. Over het drama van Nijmegen is jarenlang gezwegen, maar het is nooit vergeten.
I therefore appreciate very much that the American Embassy, on behalf of the American people, has again accepted the invitation to be present today at the commemoration. I’m very happy that the embassy has deputised Minister-Counselor Chat Blakeman, because after more than sixty years it is time to commemorate together all of the suffering that the Second World War brought about.
Het gemeentebestuur beloofde u een paar jaar geleden dat de stad er alles aan zou doen om na te gaan of er nog meer waarheid is dan wat de onderzoeken tot op heden hebben opgeleverd. Dat heeft geleid tot verschillende publicaties en een onderzoek. Bovendien doet de Radboud Universiteit Nijmegen nu onderzoek naar de wijze waarop de dramatische gebeurtenis van 22 februari 1944 door de bevolking is verwerkt. Volgend jaar komt dit onderzoek beschikbaar.
Als tussenstap lanceert de universiteit vandaag een website. U kunt daar terecht met vragen en informatie over het bombardement en over de oorlogsverwoestingen in de periode 1944/45. Deze site kan uitgroeien tot een soort digitaal monument. Een monument dat helpt om de ‘weggedrukte’ ramp de juiste plaats in de geschiedenis te geven.
De pijn van het verlies zal altijd blijven, maar voor de geschiedenis van de stad, voor de historici, maar vooral voor de nabestaanden is het van belang dat alle facetten van het verhaal aan het licht komen. Of zoals Johannes van Ballegooy het zegt in het boek ‘De pijn die blijft’: ‘Nijmegen verloor zijn hart, maar wij waren onze dierbaarste familieleden kwijt’.
Ik wens u deze dagen kracht om uw verdriet een plaats te geven.