maandag 3 januari 2011

Toespraak: Nieuwjaarstoespraak

Dames en heren, Nijmegenaren en gasten van Nijmegen,

Mooi dat u hier bent en in zulke grote getale. Het is dat het wat gedooid heeft, anders had ik het nog moeten zien of u allemaal wel glibberend en al hierheen had kunnen komen…
Het was wat je noemt een zoutloos einde van het jaar. U zou allemaal geen rechtgeaarde Nimwegenaar zijn geweest als u niet massaal van uw onvrede over gladde wegen, bevroren fietspaden en besneeuwde kruisingen had laten blijken, op sites, op blogs, via mails en boze brieven. De nieuwe directeur van de DAR kreeg wat je noemt een warm onthaal in onze stad.
Wat er ook van zij, dit jaar moet en zal het beter gaan, al moet het college er persoonlijk strooiend voor rond gaan!

Ik hoop dat u goed zit, ik weet het eigenlijk wel zeker, want de stoelen in onze mooie Vereeniging zijn allemaal vernieuwd, net als de directie. Als het nu nog kraakt, ligt dat niet meer aan de gemeente maar aan het feit dat u met de feestdagen toch teveel gegeten heeft.

Ik wens u allemaal een mooi, gelukkig en vooral gezond jaar toe. Ik verheug mij op de samenwerking met velen van u, binnen en buiten de stad, ik zie bijvoorbeeld de burgemeester van Arnhem en de collega’s van onze buurgemeenten, wij hebben elkaar meer dan ooit nodig.

Ich wünsche auch unseren Deutschen Freunden ein glückliches neues Jahr und freue mich auf unsere Zusammenarbeit als Nachbarn ohne Grenzen.
And best wishes for the new year to all our other international guests, living in Nijmegen as expats, being student or professional.


De stad en de mensen
Dames en heren,

U bent er met een kleine 165.000 mensen het afgelopen jaar weer in geslaagd om samen van Nijmegen een leefbare, plezierige en dynamische stad te maken. Daar wil ik u als uw burgemeester van harte voor bedanken. Ik heb wel eens gezegd: een stad zonder hijskranen is een dode stad. Maar een stad is echt zonder ziel als er geen mensen zijn die iets voor die gemeenschap over hebben, die verbindingen maken met elkaar, kleur geven aan de wijken, culturele activiteiten trekken en aandacht en zorg besteden aan anderen die het allemaal niet op hun eentje kunnen.

Ik heb daar zelf het afgelopen jaar weer hele sterke staaltjes van gezien. Ik denk bijvoorbeeld aan de Waalbrugspeld waarmee ik Cees Alewijnse mocht onderscheiden voor zijn inzet voor de Stratemakerstoren, aan de jongens en meisjes die een Nijmeegs kinderlintje verdienden met echte onbaatzuchtigheid, aan de Duchenne Heroes die barre fietstochten maakten om geld op te halen voor de strijd tegen die verschrikkelijke spierziekte, aan EHBO-instructeurs en bestuurders van de Kolpingvereniging die ik een koninklijke onderscheiding mocht opspelden voor hun vrijwilligerswerk, ik denk aan de mensen die het Romeinenfestival weer mogelijk maakten of de mensen achter het Gebroeders van Limburgfestival die er voor zorgden dat het middeleeuws Nijmegen zelfs aan de baai van de Hudson werd herkend. Ik zie de mensen voor me die de dierenambulance van Nijmegen en omstreken bestieren en ik zie de Nijmeegse bloeddonoren van wie er eentje, mevrouw Will Heufkens, zelfs Europees kampioene is met ruim meer dan 500 keer bloed geven. Wat een inzet allemaal!

Een stad heeft als het ware ook sociale hijskranen nodig en Nijmegen is een sociale stad, dat wordt elke dag weer bewezen!

Ik wil aan het begin van dit nieuwe jaar speciaal ook onze ambtenaren noemen. De mannen en vrouwen die meestal buiten de schijnwerpers hun werk doen, zodat wij politieke bestuurders daar goede sier mee kunnen maken. Ambtenaren hebben het vandaag de dag niet makkelijk. Er wordt vaak smalend over ze gesproken, in de publiciteit worden ze gelijk gesteld aan bureaucraten en lijntrekkers.

Staat u met mij eens een ogenblik stil bij de mensen die de schuldhulpverlening in onze stad regelen. Probeert u zich eens het harde werk van de mannen en vrouwen van bureau toezicht of van wijkbeheer voor te stellen, herinnert u zich de mensen die u in de Stadswinkel vriendelijk hebben geholpen. Wijkmanagers, medewerkers van het Veiligheidshuis, beleidsambtenaren en secretaresses op het stadhuis, directeuren, iedereen tot en met onze nieuwe gemeentesecretaris Berend van der Ploeg. Wij vragen heel veel van ze en in de komende tijd nog meer, namelijk om met minder mensen toch de Nijmeegse kwaliteit van dienstverlening hoog te houden. Laat ik daarom op deze plaats al onze ambtenaren publiekelijk bedanken voor hun inzet en voor hun grote loyaliteit niet alleen aan het stadsbestuur maar vooral aan de stad!

Terugblik

Dames en heren,

Ik kijk terug op een mooi maar ook intensief jaar. De hoogtepunten ga ik niet allemaal opsommen, u heeft ook geen uren de tijd. Zomaar een greep: de eerste Vrede van Nijmegen-penning die werd toegekend aan Jacques Delors, de Radboud Universiteit deelde twee heuse Nobelprijswinnaars met Manchester, maar het baanbrekende onderzoek werd híer geboren, het historisch belevenisnetwerk werd geopend door Prinses Margriet, eindelijk ging Plein ’44 op de schop (en nu maar hopen dat ’t niet te lang duurt), de eerste artist betrok zijn residence in het Besiendershuys, we vierden 10 jaar Mariënburg-kwartier en met Rutger Hauer 10 jaar Lux, de Vierdaagse was weer het internationale topevenement in de buitenlucht, onze eigen Nijmeegse Sieneke uit Lindenholt won het nationale Songfestival, Marco Esser van Doornroosje werd programmeur van het jaar, de Devils werden ijshockeykampioen, de Zevenheuvelenloop kende alweer een wereldrecord, het CWZ heeft met Mariël Keemers en Frits van den Wildenberg de twee beste chirurgen van Nederland in huis en het ROC Nijmegen met José Jansen de beste docente van het middelbaar beroepsonderwijs. Dat de HAN het geweldig doet en dat de studenten opnieuw de Radboud als beste universiteit kozen, is eigenlijk geen nieuws meer.

Mooie momenten en mooie prestaties waar Nijmegen trots op mag zijn. En ik ben natuurlijk ook erg trots op onze eigen wethouders Jan van der Meer en Floris Tas die tot de 5 meest klimaatvriendelijke wethouders van het land behoren. Heel prettig, zo compenseren zij in ieder geval in de beeldvorming al die autokilometers die ik zelf maak…

Natuurlijk kende 2010 ook minder mooie dagen. De economische crisis sloeg behoorlijk toe, bij bedrijven kwam werk op de tocht te staan, net als in de publieke sector. Een van de moeilijkste momenten was de besluitvorming over het beëindigen van de gesubsidieerde arbeid, dat heeft bij velen pijn gedaan en ik kan u verzekeren dat ‘t ook het nieuwe college niet in de kouwe kleren is gaan zitten.

Politie en veiligheid

Er was meer: een hausse aan overvallen bijvoorbeeld en een structureel tekort aan politiemensen, intimidatie van buurtbewoners die opkomen voor de veiligheid en leefbaarheid in hun eigen wijk, een jeugdzedenzaak die jonge voetballertjes in Hatert raakt. En de nodige criminaliteit en gewelddadigheid die rechtstreeks samenhangt met illegale hennepteelt en het uit de bocht gevlogen drugsbeleid.

Het moet mij van het hart dat wij in Nijmegen en in de regio echt op dit punt een probleem hebben dat in omvang niet onder doet voor andere regio’s. We lossen dat niet op met een nieuwe pasjesregeling voor de coffeeshops, die werkt alleen maar meer illegale handel in de hand. De dubbelhartigheid in ons Nederlandse drugsbeleid creëert zijn eigen georganiseerde criminaliteit door aan de voorkant iets toe te staan dat aan de achterkant verboden blijft. Hoe lang kunnen we daarmee doorgaan? En àls we daar dan mee door móeten gaan, zorg er dan voor dat we voldoende mensen hebben om die criminaliteit aan te pakken.

De werkelijkheid is dat deze stad en deze regio op grond van alle onderzoeken objectief recht hebben op veel meer politie dan we hebben. Die krijgen we niet omdat opeenvolgende ministers de knoop niet durven door te hakken om de politiemensen beter over het land te verdelen. Ik roep minister Opstelten op om die bestuurlijke moed wel te tonen en niet te zwichten voor de grootste steden die hun agenten niet kwijt willen. Onrecht houdt niet op bij de grens van de Randstad. Ik zeg er eerlijk bij dat ik er niet gerust op ben dat de vorming van een nationale politie ons daarbij helpt. Heel Oost-Nederland wordt als de plannen doorgaan één groot politiegebied dat vanuit Den Haag wordt aangestuurd. Meer dan 80 gemeenten met meer dan 3 miljoen inwoners, ik vraag mij sterk af of dat niet ten koste gaat van de lokale gebiedsgebonden politiezorg. Ik zal mij er samen met de gemeenteraad sterk voor maken dat de Nijmeegse belangen voldoende worden gehoord.

Ondertussen heeft u daar natuurlijk geen boodschap aan en vraagt u van mij en van de politie gewoon om hier de rust te bewaren en de criminaliteit te beheersen. Dat zullen we doen, ook met te weinig mensen. Sterker nog, het komende jaar zal de politie extra inzetten op jongerenoverlast en jeugdcriminaliteit, in stevige samenwerking met het stadsbestuur. We doen dat met extra toezicht en veilige wijkteams, met straatcoaches, met vroege interventies en met stevige sancties. In mijn wijkbezoeken merk ik steeds dat als iets onvrede en daarmee ook rancune naar de gevestigde politiek veroorzaakt, het wel het gevoel is dat mensen zich in hun eigen straat niet meer veilig kunnen voelen, dat je in je eigen buurt niet meer de baas bent. Rotjongens, van welke herkomst dan ook, mogen geen kans krijgen de boel te versjteren. Niet in Hatert, niet in Meijhorst, niet in Neerbosch Oost, niet in de binnenstad, nergens in Nijmegen.

De toekomst van de stad

Dames en heren,

Er is een mooi, nieuw jaar aangebroken. Een jaar waarin het 75 jaar geleden is dat de Waalbrug officieel in gebruik werd genomen. De brug is nog steeds imposant, al is hij niet helemaal berekend op het drukke verkeer van de moderne tijd. Daarom wordt in 2011 al hard gewerkt aan de nieuwe stadsbrug, de Oversteek.

We hebben dringend die nieuwe infrastructuur nodig. De Oversteek komt er aan, de A50 wordt verbreed, nu de A15 nog doortrekken en vooral als topprioriteit het Hoogwaardig Openbaar Vervoer in stad en stadsregio. Ik ben blij dat de Tweede Kamer dat inmiddels heeft geagendeerd. Voor een duurzame toekomst van de Nijmeegse regio is het van cruciaal belang dat er snelle en goede vervoersverbindingen zijn.

Ik zeg dat met zoveel nadruk omdat de stad Nijmegen zich moet willen opstellen als de grote speler in de Nederlandse kenniseconomie die wij inmiddels al zijn en steeds meer kunnen worden. Daar hoort bij dat wij de weg weten te vinden - figuurlijk maar ook letterlijk – naar Duitse steden en het vliegveld Weeze, daar hoort bij dat wij verbinding zoeken met grote ontwikkelingen rond Brainport Eindhoven, dat wij samen met de stadsregio en met Wageningen deze regio profileren als hèt kenniscentrum, the place to be, voor Voeding, Gezondheid en Beweging, in combinatie met technologische innovatie op het hoogste niveau. Een duurzame kennisregio die niet alleen nationaal maar ook internationaal aansprekend is, en zeker in Brussel, want daar zit het geld.

Nijmegen zoekt verbindingen. Dát is waar het de komende jaren om draait. Natuurlijk hebben we voldoende problemen op te lossen in onze eigen stad en in de wijken, natuurlijk hebben we, met dank aan de rijksoverheid, een zeer stevige bezuinigingsopdracht uit te voeren. Maar juist dan, juist nu, loont het om na te denken en actie te ondernemen om onze toekomst veilig te stellen, wat heet, verder te ontwikkelen. Wij gaan daar ook met het nieuwe kabinet over praten, want ik vind het zelf onbegrijpelijk dat de potentie van deze regio niet wordt herkend. Nog niet.

Meer en meer wordt Nijmegen een excellerende kennisstad, een van de kurken waar de kenniseconomie van ons land op drijft. Van alle stedelijke agglomeraties scoort Nijmegen met Utrecht het hoogst qua opleiding: bijna 47% van onze beroepsbevolking heeft HBO of universiteit. Na Den Haag en Utrecht heeft Nijmegen ook het hoogste aantal banen per vierkante kilometer, ongeveer 2000. We weten uit onderzoek dat kennisinstellingen zoals universiteit, hogeschool en UMC magneten vormen voor kennisintensieve bedrijvigheid, dat creatieve mensen en kenniswerkers elkaar graag opzoeken en dat in de toepassing en uitvoering van al die kennisproductie ook lagergeschoolde mensen aan de bak komen.

Dames en heren,

Nijmegen werkt aan de strategie voor de komende pakweg tien, twintig jaar. Het college en de gemeenteraad buigen zich daarover, mensen en instellingen uit stad en regio worden daarbij betrokken, we zoeken de verbindingen, de allianties en de concrete samenwerking, over alle grenzen heen. Nu al zijn een paar dingen volstrekt duidelijk:

  • De kennissteden zijn de cruciale factor in onze economie en dus moeten die elkaar vinden in gemeenschappelijke belangen. Nijmegen is één van de initiatiefnemers om de universiteitssteden samen te laten optrekken, ook in de richting van Den Haag.
  • Bezuinigingen op het hoger onderwijs door het straffen van instellingen als hun studenten te lang studeren, is desastreus, niet alleen voor universiteit en hogeschool, ook voor de kennissteden. Dat geluid moeten we laten horen.
  • Wij zullen de economische toekomst van Nijmegen gezamenlijk moeten ontwikkelen, daarom zullen we een Economische Ontwikkelingsraad gaan vormen met de belangrijkste spelers uit stad en regio. We hebben de afgelopen jaren in een Strategisch Beraad met bedrijven en kennisinstellingen eendrachtig er aan gewerkt om de negatieve gevolgen van de crisis beperkt te houden; de volgende stap is om samen de kansen voor de toekomst te grijpen.
  • En tot slot: kennis, cultuur, historie en prachtige omgeving, dat zijn in de kenniseconomie doorslaggevende redenen om in Nijmegen te komen of te blijven, daar moeten we dus op blijven inzetten. Ik ben blij dat wij in Nijmegen zelf niet op cultuur bezuinigen, integendeel. En we gaan ons er ook sterk voor maken dat in het spannende stadsdeel Nijmegen-Noord, waar veel gaat gebeuren met de dijkteruglegging, een mooi en vernieuwend museum over de 2de Wereldoorlog zal verrijzen.
Werk aan de winkel, zoveel is duidelijk. Wij moeten daarin steeds en voortdurend op zoek gaan naar samenwerking. Ook, misschien wel in de eerste plaats, met onze naburige gemeenten. Discussies over herindelingen of regiogemeenten zijn voorlopig weer in de kast en de sleutel is weggegooid, dus laten we allemaal uitgaan van onze eigen autonomie en onze gezamenlijke kracht. Zeker in tijden van ombuigingen kunnen we elkaar helpen. Ik denk niet alleen aan de regionalisering van de gemeentelijke brandweer die het komende jaar zijn beslag krijgt, maar ook aan initiatieven zoals in de regio leiden waarin een aantal gemeenten hun bedrijfsvoering gezamenlijk in een regionaal Servicepunt organiseren.
Over onze grenzen heen durven werken, dat is het motto.

Lokale democratie

Dames en heren,

Onze stedelijke democratie heeft een mooi jaar achter de rug. U koos een nieuwe gemeenteraad, de gemeenteraad koos een nieuw college, alleen de burgemeester niet.
Tja, dat kan ik ook niet helpen.

In 1992 schreef de in onze stad niet onbekende Theo Camps ter gelegenheid van zijn afscheid na 10 jaar raadslidmaatschap een boekje over de charmes van lokaal bestuur. De ondertitel luidde: de beste stuurlui staan aan de Waal…Zo is het maar net!

Het gemeenteraadslid komt er in dat boekje uit als een amateursporter van wie prestaties verwacht worden op het hoogste en duurstbetaalde niveau maar onder omstandigheden van onversneden amateurisme. Een mooie metafoor die precies aangeeft hoe moeilijk de taak van een lokale volksvertegenwoordiger was en achttien jaar later nog steeds is, misschien zelfs wel moeilijker.

In datzelfde boekje stond ook hoe er in vroegere tijden over de bestuurders in het Nijmeegse stadhuis werd gedacht, ik citeer:

“t Was jammer, dat dat fray gebouw
Met zoveel konst vereert
Wierd dagelijks o smert! O rouw!
Met Ezels gemeubileert”

Dat was, ik zeg het maar voor alle zekerheid, wel 250 jaar geleden. Ik kan niet uitsluiten dat sommige leden van de oppositie ook zo over het huidige college denken.
Toch kan ik u verzekeren dat in 2011 college en gemeenteraad goed en intensief samenwerken om u te vertegenwoordigen en de stad goed te besturen. De locale democratie leeft en terecht, want het gaat ook echt ergens om.

Dames en heren,

Ik geloof dat het initiatief om Nijmegen uit te roepen tot autonome vrijstaat vooralsnog onvoldoende steun heeft gekregen.Voorlopig zullen we dus maar de contacten met Den Haag en de provincie goed onderhouden en het kan geen kwaad dat er diverse Nijmegenaren kans maken om in maart in provinciale staten gekozen te worden.

We hoeven ons overigens niet onafhankelijk te verklaren om ons eerst en bovenal Nijmegenaar te voelen en dat te laten blijken. U krijgt van ons vanavond allemaal bumperstickers mee met Altijd Nijmegen er op. Voor achterop de auto, de scooter en de fiets.

Laat zien dat u van Nijmegen houdt. De stad verdient het!