maandag 8 januari 2007

Toespraak: Installatie tot burgemeester van Nijmegen

Foto van Thom de Graaf en zijn vrouw tijdens de installatieDames en heren leden van de gemeenteraad van Nijmegen,
Leden van het college, meneer de Commissaris van de Koningin,
Inwoners van Nijmegen, vrienden van dichtbij en van ver, familie,

Ik wil u allen allereerst een prachtig 2007 toewensen. Veel geluk, een goede gezondheid, succes in uw werk of uw studie, voorspoed in liefde en vriendschap en als het even kan ook heel veel plezier. Ik spreek als nieuwjaarswens uit dat wij allen in 2007 er aan zullen bijdragen dat Nijmegen bruist en zich verder ontwikkelt als een dynamische open stad. Elke bijdrage is welkom en dat zeg ik ook met nadruk tegen vrienden en bekenden uit de Haagse overheid.

Hier staat een benoemde burgemeester voor u. Zelfgekozen maar wel benoemd. En ik ben ontzettend blij en vereerd dat ik tot burgemeester van Nijmegen ben benoemd en nu geïnstalleerd. Ik was een groot voorstander van de rechtstreeks door de bevolking gekozen burgemeester. En om misverstanden te voorkomen: ik bèn een groot voorstander van de rechtstreekse verkiezing en blijf dat, ook nu. Ik mag dan nu omketend zijn, ik lig niet aan de ketting, zelfs niet aan die van de Kroon.

In een vorig leven heb ik met veel energie en toewijding gepleit voor een ander bestuurlijk model in de gemeente. Een model dat, vind ik, meer recht doet aan de democratische betrokkenheid van de burgers en meer ruimte schept voor slagvaardig bestuur. Dat andere model met die rechtstreekse verkiezing van een meer politieke burgemeester is er niet gekomen. De vereiste herziening van de Grondwet kreeg in de Eerste Kamer uiteindelijk niet de benodigde tweederde meerderheid. Wie veranderingen wil, moet zich er bij neerleggen als de democratische besluitvorming uiteindelijk de andere kant uitwijst. Ik heb dat gedaan, maar ik blijf hopen op nieuwe inzichten bij oude partijen.

Sommigen menen dat ik als erkend voorstander van de rechtstreekse verkiezing eigenlijk geen benoemde burgemeester kan zijn. Ik begrijp dat niet. Ook al kan het beter, het huidige burgemeesterschap is op zich waardevol, betekenisvol genoeg, zeker nu in onze samenleving steeds meer behoefte bestaat aan verbindende mensen op verbindende posities. Het zou toch wel een bijzonder selectiecriterium zijn als je alleen maar mag functioneren in het openbaar bestuur als je volmaakt gelukkig bent met de huidige spelregels.

De leden van de gemeenteraad van Nijmegen hebben gelukkig ook niet zo gedacht. U heeft in hun keuze vooroordelen noch partijpolitiek laten domineren. Ik ben er dankbaar voor dat U eensgezind het oordeel van de ook al eensgezinde vertrouwenscommissie hebt willen volgen. Dankbaar maar ook mee verlegen. Want zo’n breed draagvlak komt alleen iemand toe die zich al heeft bewezen in het stadsbestuur en ik ben letterlijk vandaag pas begonnen. Niettemin: het is eervol en fijn om zoveel vertrouwen op de voorhand te ontmoeten. Ik ga er alles aan doen om wat u mij heeft geschonken, ook zo snel mogelijk echt te verdienen.

Ik bedank iedereen die er aan heeft willen meewerken dat ik hier vandaag met de Nijmeegse ambtsketen om kan staan. De leden en adviseurs van de vertrouwenscommissie, de gemeenteraad, maar ook de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die de officiële voordracht deed en de ministerraad die daarmee instemde, één van de betere besluiten van Balkenende 3 wat mij betreft. Ik dank natuurlijk de Koningin die bewilligde en het besluit tekende en tenslotte haar Commissaris in Gelderland, Clemens Cornielje, die waakte over de zorgvuldigheid van het proces. Ik verheug me er op onze goede persoonlijke contacten te kunnen voortzetten. Gelderland en Nijmegen hebben elkaar nodig en wij weten elkaar te vinden.

Ik bedank ook de Nijmegenaren die hun mening gaven over de eigenschappen en de talenten waarover de nieuwe burgemeester moet beschikken. U heeft mij niet gekozen maar wel aangegeven wat u wilde.
U vroeg een schaap met tenminste vijf poten en heel veel wol, u krijgt er een met vier poten en nog een paar krullen, dus u kunt onmogelijk tevreden zijn. Maar uw opvattingen heb ik, net als de profielschets, zwaar mee laten tellen bij mijn besluit om te solliciteren naar Nijmegen. U heeft mij duidelijk gemaakt dat gevoel voor Nijmegen, voor deze unieke stad, ministens zo belangrijk is als de beste bestuurlijke ervaring.
‘n Bietje Nimweegs ien sien hert, dat vroeg u eigenlijk. En ook al blijkt dat ik het Nimweegs nog niet echt onder de knie heb, met dat hart van mij zit het wel goed. Burgemeester zijn is één, maar burgemeester zijn van Nijmegen, dat is een droom die uitkomt.

“Tussen Hoorn en Maastricht/ Bij de wijde Waal / Is het middenrif / dat ademhaalt. (…) Tussen enkel en hals / Halverwege / ligt Nijmegen / als / een onderpand/ Een begin van leven / uit de eerste hand”.
Dat schreef de dichter Guillaume van der Graft ooit en hij noemde Nijmegen de navel van het land. Een mooi warm beeld, al valt er wellicht geografisch wel iets op af te dingen.

Mijn belangrijkste voornemen voor dit nieuwe jaar is om het vertrouwen te winnen van de Nijmegenaren. Dat kan alleen door U echt te spreken, U tegen te komen in de wijk, op straat, in het bedrijf en op school of faculteit, bij het carnaval of bij het concert, bij NEC, in Lux of in één van de vele prachtige kroegen waardoor Nijmegen zo uitnodigend is.

Ik woon inmiddels hier, al laat mijn gezin nog even op zich wachten. Ik ben niet van plan om jaarlijks te verhuizen, maar voor het overige neem ik graag een voorbeeld aan mijn voorgangster als een open en benaderbare burgemeester.

Guusje, bij jouw aantreden zes jaar geleden zei je dat besturen een mooie gelegitimeerde manier is om je met van alles en nog wat te bemoeien. Dat spreekt mij wel aan, vooral omdat uit je afscheidstoespraak bleek dat je die bemoeiruimte ook daadwerkelijk kreeg van de stad. Jouw bestuur was op mensen gericht en dat heeft Nijmegen begrepen en gewaardeerd. Het zal een hele klus worden om in jouw voetsporen te treden.

Dames en heren,

Ik zal mij hier goed thuis voelen, ook omdat ik deels thuiskom. De stad van de katholieke cultuur, van de romeinse en middeleeuwse historie en van het Bourgondische leven, de stad waar ook hard wordt gewerkt, de stad van de leergierigheid, van kennis en van verdieping, de stad van discussies en van idealen, van dromen en van acties om recht te halen en onrecht te bestrijden.

De stad die vaak voorop heeft gelopen in de emancipatie van bevolkingsgroepen en minderheden en benadeelden en daarin een naam heeft hoog te houden. Nijmegen staat voor vrijheidsliefde, bescherming van elementaire rechten en kritische zin waar het gezagsdragers betreft. Ik ben gewaarschuwd… Ik zie ook een stad die veranderd is in vergelijking met dertig jaar geleden. Groter, actiever, met veel nieuwe mensen, nieuwe wijken, andere culturen. Een prachtige Waalkade, een gedurfde Waalsprong, een ongelooflijk mooi museum en bijzondere winkelstraten, maar ook meer verkeersproblemen, meer aandacht voor sociale uitsluiting en onveiligheid.

Wat kan ìk bijdragen aan Nijmegen en haar bestuur? Een paar weken geleden berichtte het Journaal over een Italiaans bergdorp midden in de Alpen. Het dorp leidde in de zomer een bloeiend bestaan maar zonk in de winter weg in somberheid. Door de hoge bergwanden en de lage zon kreeg het ’s winters nooit zonlicht en dat vrat aan de mensen. Zo was het al eeuwen. De nieuwe burgemeester bleek een energieke man die niet van de straat was. Hij installeerde een reusachtige spiegel op de bergwand, die – op afstand bediend en draaibaar – nu grote bundels zonlicht in het dorp werpt. De gehele bevolking is eeuwig dankbaar. De droom van elke burgemeester: hij kwam en er was licht!

Toch is dat helaas niet het geval. De burgemeester drukt niet in zijn eentje een stempel op de stad. De politieke besluitvorming is in eerste en in laatste instantie aan de raad en aan het college, ieder binnen de eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden en in onderlinge afhankelijkheid. De burgemeester heeft natuurlijk eigen taken maar is niet een eerste en ook niet een zevende wethouder. Ik ambieer die rol ook niet.

Binnen de soms ingewikkelde en gevoelige verhoudingen van het duale stadsbestuur wil ik de zorgvuldigheid bewaken, de eenheid bevorderen en transparantie en verantwoording garanderen. Dat zijn kerntaken in een democratisch bestuur en die neem ik uitermate serieus. Tien fracties van tien politieke groeperingen in de stad verdienen aandacht en respect en dragen alle bij aan onze lokale democratie, ongeacht of zij tot de coalitie behoren. De raad heeft als geheel een zware verantwoordelijkheid om de maatschappelijke opvattingen te representeren en door debat en onderzoek tot zorgvuldige en afgewogen kaders voor het stadsbestuur te komen. Het is mijn ambitie om dat te bewaken en de sfeer goed en harmonieus te houden. In het college van B&W is mijn inzet dezelfde. Er zit een nieuw energiek college en ik wil daar graag de actieve maar ook zorgvuldige voorzitter van zijn.

Ambities genoeg. Maar toch, het is al moeilijk genoeg om fatsoenlijk te besturen. Gewoon er te zijn in het belang van alle Nijmeegse burgers en er voor te zorgen dat zij zich enigszins vertegenwoordigd en betrokken weten. Laat ik dat maar als mijn hoofdtaak beschouwen. Als burgemeester wil ik de verbindende schakel zijn. De verbinding leggen tussen al die mensen die in onze stad wonen, de sterken en de mensen die het minder hebben, de verschillende wijken en de verschillende culturen. Een verbindende schakel tussen de gemeente en al die belangrijke partners in de stad: het bedrijfsleven, de opleidingscentra en kennisinstituten, de zorginstellingen, de corporaties, de maatschappelijke instellingen en verenigingen, de culturele ondernemers en iedereen die aan Nijmegen bijdraagt.

Binnen die hoofdtaak leg ik zelf graag een paar accenten. Ik geloof heilig in stedelijke innovatie, een permanente organische ontwikkeling van de stad met steeds weer nieuwe initiatieven en nieuwe maatschappelijke coalities. Geen stad kan zich stilstand veroorloven en zeker de oudste stad van Nederland niet. Nijmegen is juist zo oud omdat zij zich steeds weer nieuwe doelen stelde: van Romeinse vestingplaats tot middeleeuws handelscentrum, van rijksstad tot nieuwe ruimte buiten de muren, van woonstad voor de welgestelden tot stad van industrie en kennis, van stad met oorlogswonden en een geschonden aangezicht tot een herwonnen benedenstad, van stad áán de Waal tot stad die òver de rivier gesprongen is, de Koers West heeft uitgezet maar tegelijkertijd contact zoekt met onze oosterburen.
Zo zal het in de nabije toekomst ook moeten gaan. De kunst is om steeds de stad opnieuw uit te vinden en optimaal al de talenten, de inspiratie en de werklust van Nijmegenaren en nieuwe Nijmegenaren bijeen te brengen. Het gemeentebestuur wordt in toenemende mate een makelaar van ideeën en mensen, ondersteuner van particuliere intiatieven, gangmaker zonder alles zelf te kunnen bepalen. Ik wil daar actief aan bijdragen. De toekomst van Nijmegen wordt gebouwd op stevige pijlers van kennis, cultuur en ondernemingszin. Health Valley is daar een goed voorbeeld van, maar evenzeer de kleinschalige culturele en creatieve activiteiten die bijdragen aan een klimaat van experimenten, uitdagingen en vernieuwing langs nog niet gebaande paden.

Om die sociale, economische en culturele dynamiek verder te vergroten, is een krachtig beeld van Nijmegen nodig, een herkenning van de mogelijkheden en de ambities van onze stad en van onze mensen. Dat beeld dat zullen we actief en met allure moeten uitstralen en uitbouwen. Een stad die open staat voor nieuwe kennis, voor nieuwe en oude cultuur, voor alle mensen. Open in houding en in verdraagzaamheid, open in toekomstmogelijkheden voor bedrijven, kenniswerkers en creatieve mensen maar ook voor mensen die extra ondersteuning of zorg nodig hebben.

Nijmegen, open stad. Bij die open stad horen natuurlijk actieve burgers. Ik geloof dat dit de belangrijkste uitdaging is voor alle gemeenten en zeker voor de grotere steden: hoe krijgen we weer burgerschap centraal in de lokale gemeenschap? Hoe spreken we elkaar aan op onze verantwoordelijkheden voor meer dan alleen onze eigen belangen, voor de buurt, voor de ouderen en gehandicapten, voor het groen in de plantsoenen, voor de buren die onbekenden zijn in de straat? Hoe krijgen we weer meer respect voor de mensen die in ons aller belang werken, zoals de agenten op straat, de brandweerlieden of het ambulancepersoneel, de mensen die hun best doen voor anderen zonder eigenbelang.

Ik pleit gewoon voor burgerzin. Dat mogen we vragen van iedereen. En eigenlijk meer. Ik pleit ook voor wat ik maar noem burgertrots. Wie trots is op zijn eigen buurt, zijn sportclub, de speeltuin, de wijk, de mooie oude stad, die wil ook zijn steentje bijdragen aan de gemeenschappelijke waarden en aan het gevoel van saamhorigheid.

Nijmegen doet daar al veel aan en terecht. Een open stad heeft trotse burgers nodig! Die trotse Nijmeegse burgers mogen in ieder geval drie dingen verwachten: een behulpzame en dienende overheid, integer en zorgvuldig handelen en absolute prioriteit voor een veilige omgeving. Ik zal mij daar binnen mijn eigen verantwoordelijkheden en mogelijkheden in het bijzonder op richten.

Dames en heren,

Als burgemeester van Nijmegen ben ik van Nijmegen en in Nijmegen, maar mijn aandacht houdt niet bij de grenzen op. Ik verheug mij op de samenwerking in de stadsregio Arnhem-Nijmegen, in de politie- en veiligheidsregio Gelderland-Zuid en in de provincie. Ik zie uit naar al dan niet hernieuwde kennismaking met collega-burgemeesters. Mijn voorgangster Guusje ter Horst heeft veel energie gestoken in de ontwikkeling van de EU-regio Rijn en Waal en ik zal mij daar aan spiegelen. Duitsland is niet alleen ons buurland maar in toenemende mate ook deel van onze toekomst. En dan is er Den Haag. De raad wilde graag een burgemeester met een netwerk in de landspolitiek en de rijksoverheid. Waar ik bij machte ben, zal ik graag door contacten en ingangen de wethouders ondersteunen bij de forse opgaven voor de directe toekomst. Ik zal, daar kunt u van verzekerd zijn, ook mijn partijtje meeblazen in landelijke discussies die de positie van het lokale bestuur of de grote steden raken.

En over Den Haag gesproken, wat brengt een nieuw kabinet voor Nijmegen? Laten we om te beginnen ruimhartig zijn: als de informateur en de onderhandelaars van CDA, PvdA en ChristenUnie in hun rondreizend circus nog een mooie en inspirerende vergaderplek zoeken, dan zijn ze van harte welkom – we hebben hier zelfs een Trêveszaal, om alvast een beetje te oefenen. In ruil daarvoor zijn we eigenlijk heel bescheiden in ons wensenlijstje. Natuurlijk willen we de nodige middelen om de ambities van de grote Nijmeegse projecten te realiseren. Maar er mag ook wel iets aan worden toegevoegd:

  • Investeren in onderwijs, kennis, onderzoek en innovatie;
  • Meer aandacht en ruimte voor cultuur als sociale èn economische basisvoorwaarde;
  • Een vreemdelingenbeleid dat berust op duidelijkheid, maar ook op humaniteit en een integratiebeleid dat niet alleen maar eenrichtingsverkeer is;
  • Verder werken aan de modernisering van de overheid door minder bureaucratie, beter te handhaven regels, betere dienstverlening aan burgers en decentralisatie in plaats van nieuwe bevoegdheden in Den Haag.
En dat brengt mij tot slot bij de veiligheid. Veiligheid is geen rustig bezit, het moet permanent worden bewaakt, beschermd, tot stand gebracht en soms heroverd. Dat doen we samen. De politie is, zoals het nieuwe motto luidt, waakzaam en behulpzaam. Dat zullen we allemaal moeten zijn, niet alleen op het vlak van criminaliteit of terrorismebestrijding, maar ook waar het om het voorkomen van branden, ongevallen of ernstige rampen gaat. Veiligheid is van iedereen, vóór iedereen. Daarom is de centralisatie van de politie een slecht idee. Ik zal mij in ieder geval tot het uiterste daartegen verzetten. Het is een volstrekt verkeerd signaal om het beheer van de regionale politiekorpsen uit de lokale inbedding weg te halen en er een nationale politie van te maken. Daar wordt geen buurt veiliger van, geen boef meer door gevangen. Wat de politie nu nodig heeft is rust om verder te werken aan gezamenlijke oplossingen: wel meer eenheid in de Nederlandse politie, maar geen Rijkspolitie. En vergeet ook die negatieve energie van een nieuw ministerie van Veiligheid; kies er liever voor om de politie, de brandweer en rampenbestrijding en het lokale bestuur meer middelen te geven om de veiligheid te borgen daar waar het echt nodig is.
Veiligheid mag géén monocultuur worden, waarin geen ruimte meer is voor evenwichtige afweging van andere belangen. Terrorisme bestrijd je niet door alleen maar de grondrechten en de privacy te beperken. Het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terrorisme is natuurlijk ook zaak van veiligheidsdiensten, maar begint heel dichtbij: in de buurt, bij de wijkagenten, de maatschappelijke instellingen, de dialoog met de religieuze en andere leiders, de scholen, kortom in de wereld van het lokaal bestuur. Wie in veiligheid wil investeren, moet dus dáár beginnen!

Dames en heren,

Ik heb lang genoeg gesproken. Burgemeester word je pas als je het bent, dus ik ga maar gewoon aan de slag. Ik weet nu al dat ik ontzettend goed ondersteund zal worden door mijn directe medewerkers, door de gemeentesecretaris en de gemeentelijke organisatie waar hij leiding aan geeft.

Ik dank Renate Bos, Ben van Hees en Paul Depla voor de inspirerende woorden, voor de hamer en de ambtsketen die ik waardig zal proberen te dragen. Ik dank Karel Boehlee en het Nijmeegs Mannenkoor voor hun prachtige optredens en ik dank u allen dat u bij mijn installatie aanwezig hebt willen zijn.

Ik sluit af met een citaat:
“Met uitgestoken handen sta ik voor U allen. (…) Die handen zijn nog leeg. Zij dragen nog geen bouwstenen en geen cement voor de vele taken (…). U allen wil ik vragen mij te helpen mijn grage hoofd en handen te vullen”.
Dat zei mijn vader op 24 januari 1968 tegen de leden van de gemeenteraad van Nijmegen. Ik denk aan hem vandaag en zeg het hem graag na.
Dank u wel.