maandag 23 januari 2012

Toespraak: Afscheid burgemeester

Zie de videoweergave van deze speech op het Youtube-kanaal van de gemeente Nijmegen.

Excellenties, leden van de gemeenteraad, collega’s, dames en heren,

Wat laat misschien, maar toch wil ik u allemaal een prachtig 2012 toewensen. Dat doe ik nu eens niet namens het Nijmeegse gemeentebestuur maar helemaal alleen maar namens mijn vrouw en mijzelf.

Het is een nieuwjaarsontvangst waarin ook mijn afscheid als burgemeester wordt gememoreerd, dus ik wil iedereen die ook voor die tweede reden hier is, daarvoor hartelijk dankzeggen. Wellicht dat wij elkaar zometeen niet persoonlijk kunnen groeten, er zijn eenvoudigweg teveel mensen hier, maar weet dat ik het ontzettend op prijs stel dat u vanavond hier bent. U allemaal maakt deze avond voor mij onvergetelijk.
Afscheid nemen is een kunst. Het is de kunst om je niet opgelaten te voelen als er iets aardigs over je wordt gezegd. Ik ben daar niet erg goed in. Toch wil ik loco-burgemeester Jan van der Meer en ….. ontzettend bedanken. Wat jullie vanavond over mij hebben gezegd draag ik met mij mee, al was het natuurlijk allemaal volstrekt geflatteerd.

Ik voel me een beetje zoals de dichter A.Roland Holst het ooit omschreef:

Moegehuldigd kwam hij thuis,
Vermenigvuldigd tot een muis…


Ik neem vanavond geen afscheid van de stad en ook niet van de Nijmegenaren. Vanaf volgende week ben ik niet meer de eerste maar nog wel een gewone Nijmeegse burger. Toen Machteld en ik ruim vijf jaar geleden weer over de Waalbrug de stad binnenreden, wisten wij gelijk dat wij thuis waren. De stad waar mijn grootvader directeur was van de HBS aan de Kronenburgersingel, de stad waar mijn moeder aan begin van de Groesbeekseweg opgroeide, de stad waar mijn ouders trouwden en na de oorlog berooid uit de Japanse kampen terugkeerden, de stad waar mijn vader net als ik dit mooie ambt uitoefende. De stad waar ik zelf ben opgegroeid, heb gestudeerd en gewerkt aan de universiteit en waar wij zijn getrouwd en ons feest in Chalet Brakkestein hebben gehouden. De stad waar wij alweer jaren wonen en blijven wonen. Van die stad neem ik dus geen afscheid.
Ik leg wel het ambt neer na iets meer dan vijf intensieve jaren. Het was natuurlijk nooit genoeg, en ook nooit goed genoeg, want van een burgemeester wordt alles verwacht en ik ben zelf maar, zoals ik vijf jaar geleden zei, een simpel schaap met vier poten en een paar krullen.

Maar ik heb geprobeerd aan Nijmegen iets van mijzelf te geven. Ik heb er veel voor teruggekregen. Nieuwe vriendschappen, collegialiteit, inzicht, warmte en het gevoel dat je af en toe echt het verschil kan maken voor individuele Nijmegenaren en voor de stad. Ik had mij voorgenomen na de ambtstermijn van zes jaar een streep te zetten. Ik heb grote bewondering voor collega’s die tien, vijftien of zelfs vijfentwintig jaar het ambt uitoefenen – ik zie er hier een paar zitten. Ik ben daar zelf misschien te ongedurig voor. Het is ietsje korter geworden dan de volle zes jaar, maar dat heeft niets met Nijmegen te maken. Ik heb ’t naar mijn zin, ik had ’t naar mijn zin. Maar het is nu eenmaal zo dat mensen wel op functies wachten, maar functies nooit op mensen, nu ja, misschien met uitzondering van het koningschap…

Het hoger onderwijs altijd mijn grote belangstelling gehad, u weet dat misschien. Hogescholen en universiteiten vormen de spil waar onze kenniseconomie om draait. Het oude Bildungsideaal spreekt er tot de verbeelding: ontplooiing van je mogelijkheden en bijdragen aan de samenleving door te leren en te onderzoeken. Ik krijg de kans om in een nieuwe functie daar aan bij te dragen.

Dames en heren,

Prestaties in het openbaar bestuur zijn altijd collectieve verdiensten, ik realiseer mij dat nu nog beter dan vijf jaar geleden. Ik geef u een voorbeeld: het is in Nijmegen ontegenzeglijk veiliger geworden de afgelopen vijf jaar. Dat zie je aan de harde cijfers en aan het gevoel van veiligheid van de inwoners, dat is toegenomen. Om dat te bereiken is veel gebeurd: een beleidskader veiligheid van de gemeenteraad, samenwerking met de wethouders die verantwoordelijk zijn voor toezicht, jeugdbeleid, zorg en minderheden, een stevige politieinzet, preventieve maatregelen van ambtenaren en instellingen, intensieve samenwerking in het Veiligheidshuis Nijmegen tussen gemeente, politie, openbaar ministerie en tal van andere instanties, en ja, soms een idee of een besluit van de burgemeester.

Kortom: succes is altijd een coproductie. Voor burgemeesters geldt dat je verantwoordelijk bent voor wat er fout gaat èn voor wat er goed gaat. Maar een ding is zeker: wat er goed gaat, heb je zelden in je eentje gedaan. Sterker nog: soms steel je het succes van anderen. Duizenden wandelaars hebben mij de afgelopen jaren bijvoorbeeld op de Via Gladiola bedankt voor een geweldig Vierdaagse. Natuurlijk heb ik die complimenten altijd graag geïncasseerd, hoewel ze eigenlijk bedoeld waren voor marsleider Johan Willemstein en al die andere mensen van de Vierdaagsestichting, de gemeente, defensie, feesten, Rode Kruis, noem maar op.

De burgemeester bepaalt niet de loop van de geschiedenis van de stad. Hooguit de aandacht voor de loop van de geschiedenis van de stad. Nijmegen heeft een uniek historisch kapitaal. Waar je ook gaat, je loopt letterlijk over en langs tweeduizend jaar vaderlandse geschiedenis.

Wij hebben de afgelopen jaren die geschiedenis als onderscheidend element geprofileerd en uitgevent. Stad van de Romeinen en de Bataafse opstand, van Karel de Grote, van Mariken en de Gebroeders van Limburg, van de Vrede van Nijmegen, van frontstad in de Tweede Wereldoorlog en van de emancipatie van het katholieke volksdeel. Ik zou zeggen: koester Altijd Nijmegen.

Koester Altijd Nijmegen, al is Nijmegen altijd meer dan alleen onze geschiedenis. Vijf jaar geleden gaf ik op deze plek aan wat ik belangrijk vond om te doen. Zorgvuldig de raad voorzitten. Dat kon natuurlijk altijd beter, maar in de gemeenteraad zijn de verhoudingen goed gebleven, er wordt scherp gedebatteerd maar gelukkig zelden op de persoon en niet alleen de meerderheid telt maar ook het argument. Ik wilde ook een goede voorzitter zijn van het college en natuurlijk een stevige bijdrage leveren aan de besluitvorming. In twee achtervolgende colleges heb ik dat kunnen doen, de eerste wat roder, de huidige wat groener. In beide colleges zijn de wethouders wel eens aangelopen tegen mijn neiging om niet alleen op het resultaat te letten maar ook op de regels van het spel. Daar is de burgemeester nu eenmaal voor ingehuurd. Ik heb met veel plezier met alle wethouders samengewerkt, ongeacht hun politieke kleur.

Nijmegen maakt net als veel andere grote steden financieel moeilijke tijden mee, maar ik heb er alle vertrouwen in, sterker nog: ik weet het zeker, dat de huidige wethouders samen met mijn opvolger de stad door de crisis zullen helpen. Jan, Hannie, Bert, Turgay, andere Bert en Henk: bedankt voor jullie vriendschap en veel succes de komende twee jaar!

Als burgemeester wil je de verbindende schakel in de stad zijn. Tussen al die mensen die in de stad wonen, de verschillende wijken en de verschillende culturen. En de verbindende schakel met kennis- en zorginstellingen, corporaties, verenigingen, cultuurdragers. Natuurlijk is dat soms beter gelukt en soms minder. Je brengt als burgemeester nu eenmaal je eigen persoon mee en je eigen hebbelijkheden. Maar gelooft u mij: ik heb met evenveel betrokkenheid mij sterk gemaakt voor de veiligheid in de Meijhorst als voor de samenwerking in de regio en met net zo’n enthousiasme het Waterkwartier bezocht als het magnetenlab van de Radboud Universiteit. De stad is van ons allemaal en de burgemeester ook. Nijmegen is in overdrachtelijke zin de afgelopen jaren steeds meer een open stad geworden: open voor alle inwoners, voor innovatie en experiment, voor jonge mensen die naar kennis dorsten en ondernemers die op basis van die kennis bedrijven starten. Het stadsbestuur staat in een open verbinding met maatschappelijke instellingen. De relaties met de Radboud Universiteit, UMC en Hogeschool Arnhem-Nijmegen zijn gelukkig goed en worden steeds belangrijker, samen maken wij die stad van kennis en innovatie.

In letterlijke zin wordt ook aan die open stad gewerkt, bv door de aanleg van de Oversteek, onze nieuwe stadsbrug. De Nijmegenaren zijn als actieve burgers bij die open stad betrokken, zij hebben zoals dat ouderwets heet burgerzin en bekommeren zich niet alleen maar om hun eigen bevolkingsgroep. De multiculturele samenleving is, geloof ik, per Haags decreet afgeschaft, maar in Nijmegen bestaat hij gelukkig nog en ik hoop dat dat zo blijft, desnoods als een soort Asterix-dorpje tegen de verdrukking in!

De stad houdt niet op bij de grenzen van de gemeente. Samen een economisch sterke regio vormen, ook over de landgrenzen heen, samen oplossingen vinden voor de toenemende druk van meer gemeentelijke taken met minder middelen. Ik geloof in regionale samenwerking en niet in competentiestrijd. Er is nu veel losgewoeld in het Rijk van Nijmegen en de stadsregio. Dat schept nieuwe mogelijkheden. Uiteindelijk zullen we tot betere bestuurlijke structuren moeten komen, misschien grote regio-gemeenten, met behoud van lokale identiteiten. Ook zie ik in het verschiet dat Nijmegen en Arnhem steeds meer als complementaire dubbelstad zullen fungeren. We doen al ons best: als Vitesse hier een keer wint, winnen wij de volgende keer in de Gelredome. Dat was gisteren een mooi afscheidscadeautje van NEC, bedankt!

Over de grenzen heen reiken, dat bedoel ik. Burgemeesters kunnen vaak het voortouw nemen en doen dat ook. De contacten met al mijn collega’s waren waardevol, die zal ik missen, zeker ook de vrolijke en uiterst vertrouwelijke samenkomsten van onze burgemeesterskring!

Dames en heren,

Veiligheid is core business voor een burgemeester, ik noemde het al. Zo ben je officieel opperbevelhebber bij brand, al weet je weinig van tankautospuiten en bluswaterputten. Maar onze prima Nijmeegse brandweer gelukkig wel en ze hebben ook nog verstand van controle en preventie.

Wat een luxe was het voor mij om op het stadhuis een hele goede afdeling Veiligheid te hebben. Erik Boelaars en zijn mensen denken na, voelden aan wat ik wilde weten, adviseren en lossen samen met wijkmanagers en andere professionals problemen op nog voordat ze echt een probleem worden. Geweldige mensen met hart voor hun vak!

Dat geldt ook voor onze politie. Daar ben ik vijf jaar trots op geweest. In het bijzonder op ‘mijn’ districtschef, Aart Garssen. Wij hebben samen heel wat stormpjes doorstaan, van uit de hand gelopen kraakdemonstraties tot ernstige jongerenoverlast en van voetbalvandalisme en overvallen tot de veiligheid rond de massale herdenking van Market Garden in 2009. Operationeel ijzersterk, gevoel voor de stad en voor het bevoegd gezag, een perfecte combinatie. Dank je wel Aart!

Regionaal en landelijk heb ik veel mogen doen rond veiligheid, het afgelopen jaar ook als beoogd regioburgemeester voor de politie van Oost-Nederland. Ik blijf kritisch over het nieuwe politiebestel, maar het moet een kans krijgen. Of het ook daadwerkelijk gaat werken hangt van de vraag af of de Nationale Politie een centralisatie wordt met Haagse incidentsturing òf een organisatie die thuis is in de lokale samenleving en uitvoering geeft aan wat raad en burgemeester aan prioriteiten stellen. Dat wordt dus nog een zware klus. De mensen van de veiligheidsregio wil ik bedanken voor hun werk en hun geduld, tegen Marijke van Veen zeg ik:die regionale brandweer komt er echt! Ik denk ook met veel plezier terug aan de regionale driehoek die ik samen met korpschef Henk van Zwam en hoofdofficier John Lucas en daarvoor Remco van Tooren vormde. Wij waren, ondersteund door Rinie Verhoeven, een buitengewoon soepel team, vooral omdat we prima kunnen relativeren en veel hebben gelachen. Dat heb je nodig als het spannend wordt. Ik heb veel geluk gehad met mijn veiligheidspartners.

Dames en heren,

Er zijn zoveel fantastische mensen die ik op zo’n dag als vandaag wil bedanken. Allemaal bij naam noemen gaat niet, dan is de biertap al gesloten voordat u de zaal uit bent. Wat was ik zonder mijn medewerkers en zonder al die mensen met wie ik heb samengewerkt? Vormen zij eigenlijk niet allemaal samen de kern, de pasvorm, zo u wilt de mal van het Nijmeegs burgemeesterschap?

Ik stapte in de voetsporen van mijn voorgangers Ed d’Hondt en Guusje ter Horst. Ik mocht samenwerken met gemeentesecretaris Pier Eringa en nu Berend van der Ploeg, die naast al hun andere verantwoordelijkheden ook nog mijn vertrouwensman wilden zijn, met de leden van het directieteam, met onze griffier Tine Mientjes die mij op de hoogte hield van alle geheimen en geheimpjes van de gemeenteraad (ik beloof dat ik ze voor mij zal houden). De ambtenaren van de afdeling Strategie, de mensen van Burgerzaken, de Stadswinkel en Nijmegen heeft Antwoord, juridische zaken, de medewerkers van Communicatie, de staf die het college ondersteunt en al onze mensen die elk jaar weer de Vierdaagse probleemloos laten verlopen. U ziet er een paar langskomen. Ik heb de afgelopen weken van jullie begrepen dat ik een tikje veeleisend was, maar dat hebben jullie mij vergeven, hoop ik. Dank je wel.

En wat te denken van de medewerkers die mij bij de representatie hielpen? U heeft ze allemaal wel eens gezien, als een soort schaduw van de burgemeester. Wat een dienstbaar werk hebben jullie en wat doen jullie dat goed: van bruiloften en partijen tot speeches en spelden, van carnaval en Vierdaagse tot de Vrede van Nijmegen èn deze prachtige avond, in één woord: fantastisch!

De burgemeester heeft ook een kabinet (als ik dat zeg klink ik als prins carnaval). Zonder de leden van mijn kabinet had ik niet kunnen functioneren. Zij vormden mijn handen, mijn ogen en oren en vaak mijn verstand. Vroeger Marjo, Arian, Anneke, Berna en Maarten. En sinds een paar jaar vormt mijn kabinetschef Ellen met Frank, Freico, Ward en Mahalia een hecht team dat maar één doel heeft: zorgen dat die burgemeester kan presteren. Ik zal jullie zorg, jullie professionele en persoonlijke warmte erg missen.

Chauffeur Jos heeft mij een paar honderdduizend kilometer rondgereden, in de stad en ver daarbuiten. De weg naar Den Haag kan hij dromen, ik ook. Het was gezellig Jos, èn veilig èn betrouwbaar. Dank je wel, ook voor alle dropjes!

En natuurlijk mijn secretaresse Tessa. Rots in de branding klinkt niet bevallig genoeg, maar dat was je wel. Als er iemand in staat was mijn nukken te ondergaan en toch een goed humeur te houden, was jij het wel. Zorgzaam, accuraat en meevoelend. Mijn opvolger krijgt de beste secretaresse die er is!

Ik sluit af. U vindt het vast niet erg dat ik tot slot Machteld, mijn vrouw, wil bedanken voor alle liefde en opoffering en voor alle uren dat ik thuis had kunnen zijn en dat niet was. Ik durf niet zeker te zeggen dat het beter wordt, maar de intentie is er wel…

Dames en heren,

Ik ging 8 januari 2007 aan de slag in de veronderstelling dat een rechtstreeks gekozen burgemeester uiteindelijk toch beter zou zijn voor de legitimiteit èn de slagvaardigheid van het lokaal bestuur. Na vijf lange jaren praktijkervaring ben ik tot het inzicht gekomen dat dit inderdaad zo is…

We geven de burgemeester steeds meer bevoegdheden, maken een steeds politiekere bestuurder van hem met een steeds zwaardere verantwoordelijkheid en rekenen hem ook steeds meer als een politicus af. Alleen die laatste stap zetten we maar niet, nog niet.

Ik zeg u: die gekozen burgemeester, die gaat er ooit komen! Maar ondertussen heb ik van alle achttienhonderdvijftig dagen als benoemde burgemeester van de leukste en oudste stad van het land enorm genoten.

Dank u wel en hopelijk tot ziens!