Dat blijkt nog niet helemaal tijdens de eerste raadsvergadering want die kan ik in een absoluut record na precies 7 minuten weer sluiten. Geen mondelinge vragen, geen zogenoemde debatstukken, alles afgehamerd of doorgeschoven naar een volgende politieke avond. In de zogenoemde Kamers (vroeger commissievergaderingen) zijn wel tal van onderwerpen behandeld. Zo spraken wethouder Van Hooft en ik een uur met raadsleden over de aanpak van veelplegers en het integraal veiligheidsbeleid van de gemeente. Een enkel raadslid meende dat we toch alles al een keer eerder hadden besproken omdat we een tijdje geleden het politiebeleid aan de orde hebben gehad? Maar veiligheidszorg is gelukkig veel meer dan alleen politie, de gemeente heeft eigen instrumenten en mensen (bureau toezicht, wijkmanagers) om samen met politie en justitie bij te dragen aan veilige buurten.
Ik erger mij deze week aan krantenstukjes over wethouder Paul Depla. Paul is een voortreffelijke Nijmeegse bestuurder met grote verdiensten en een lange staat van dienst. Voor sommigen kennelijk nu té lang en dus wordt er aan de poten van zijn stoel gezaagd.
Wat heeft het voor zin om dit anderhalf jaar voor de verkiezingen te doen? Grote mensen spreken over idealen en ideeën, anderen over andere mensen, aldus een Chinese wijsheid.
Het CDA is overigens ook al vroeg bezig met de politieke toekomst na 2009. Maar dat is begrijpelijk nu fractievoorzitter en voormalig lijsttrekker Rob Bloem zijn afscheid uit de politiek heeft moeten aankondigen vanwege zijn ernstige ziekte. De lokale afdeling wijst het jonge raadslid Chantal Teunissen als toekomstige lijsttrekker aan, de fractie kiest volgende week een nieuwe voorzitter. Chantal is zeker een politiek talent. Ze doet me enigszins denken aan de jonge generatie Kamerleden in Den Haag zoals Mirjam Sterk en Nicoline van Vroonhoven. De CDA-babes worden die genoemd, maar dat doet onrecht aan hun kwaliteiten.
Ik voer deze week weer veel interne overleggen over onderwerpen die tot mijn burgemeesterlijke taken behoren, zoals handhaving, veiligheid, politie, citymarketing, representatie, communicatie, burgerzaken en de raadsagenda. Maandagavond zitten ook de fractievoorzitters weer aan mijn tafel in het zg. seniorenoverleg, dat gebeurt zo eens in de anderhalve maand.
Interessante momenten deze week zijn onder meer een bezoek van prof. Johan Hemels en een actie tegen fietsendiefstal op Plein 44. Prof Hemels is hoogleraar massacommunicatie in Amsterdam maar ook Nijmegenaar en heeft een mooi boek geschreven over Titus Brandsma en de journalistiek. Hij is zo aardig om mij een exemplaar te komen overhandigen. De actie tegen fietsendiefstal maakt onderdeel uit van een landelijke campagne. Nijmegen heeft inmiddels een eigen AFAC (algemene fietsenafhandelcentrale). Ik overhandig het eerste opkopersregister
aan een Nijmeegse rijwielhandelaar. Dat register voorkomt dat dieven en helers al te gemakkelijk van hun gejatte fietsen afkomen. Deze week ook de nodige afspraken in het kader van veiligheid en politie. In Arnhem overleg ik met de hoofdofficier van justitie en de korpschef van onze politie Gelderland-Zuid over onder meer het Veiligheidshuis Nijmegen. De financiering daarvan kent nogal wat haken en ogen. Met korpschef Henk van Zwam praat ik ook apart over allerhande beheersaangelegenheden. Donderdagmiddag 28 augustus komt in den Haag onder mijn voorzitterschap de Stuurgroep Bovenregionale Politiesamenwerking voor de laatste maal bijeen. Samen met mijn collega van Venlo, procureur-generaal Bolhaar, de korpschefs van Groningen, Brabant-Noord en Kennemerland en adviseurs van het Nederlands Politie Instituut en Twijnstra Gudde leg ik de laatste hand aan ons rapport dat de vraag moet beantwoorden hoe goed de korpsen met elkaar samenwerken en hoe dat ik de toekomst het beste kan worden georganiseerd. Het gaat om zaken als bovenregionale recherche, gemeenschappelijke inkoop en samen een afdeling forensische opsporing organiseren. De ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie willen inzicht hebben voordat zij beslissen of zij de huidige politieorganisatie zo laten als die is.
Zondag 31 augustus ben ik deelgenoot van twee heuglijke gebeurtenissen. De jaarlijkse optocht in het kader van het Gebroeders Van Limburgfestival schrijdt in een stevige zomerzon van Waag
naar Valkhof en terug. De prachtige kostuums zijn vaak zwaar van stof, dus er wordt heel wat afgezucht en getranspireerd. Maar wat een pracht en wat een inzet van al die vrijwilligers. Een groot succes. Hetzelfde kan worden gezegd worden van de huldiging van roeister Piek van Rumpt in de Villa Van Schaeck.
Daar was het binnen – met de deuren dicht voor de geluidsoverlast – wel stervensheet. Piek was dat gewend in Beijing, ik niet. De hele Holland Vrouwen Acht krijgt leuke cadeautjes, Piek wordt erelid en ik bied Phocas een fust bier aan om af te koelen.
Ietsje jonger zijn de scholieren uit Higashimatsuyama, de Japanse stad op zo’n honderd kilometer van Tokyo, die hier in het kader van een uitwisselingsprogramma van het Dominicuscollege zijn. Ik spreek ze met behulp van een vriendelijke tolk toe en geef ze allemaal een Altijd Nijmegen t-shirt. De begeleidende ambtenaren zijn een en al buigende voorkomendheid, dat wordt nog wat als ik in november de wandelmarsen in Higashimatsuyama bezoek.
Een heel elftal buitenlandse gasten speelt dinsdagavond in het Goffert-stadion. Espagnol tegen NEC. Het blijft een tamme wedstrijd zonder hoogtepunten. NEC maakt shirtreclame voor Curacao. Ik spreek bij gelegenheid van de wedstrijd veel Antillianen, waaronder de voorzitter van Solaan, Attilio Leer en Gevolmachtigd Minister Paul Comenencia. Dat zijn vanzelfsprekend geen buitenlanders maar rijksgenoten. Zij brengen mij wel in een beetje Caribische stemming.
Er was ten slotte ook nog tijd voor leuke dingen deze week. Behalve eten met diverse vrienden doel ik op de expositie van mooie foto’s van oude, rijke of vergane deuren uit de hele wereld die collega Liesbeth Tuijnman van Overbetuwe maakte tijdens vakanties. Ik mocht die tentoonstelling in lunchcafé Blixem op de Groesbeekseweg zaterdagmiddag openen. Liesbeth heeft een talentvol oog. Diezelfde middag dronk ik in restaurant Vivaldi’s aan de Waalkade een goed glas op het huwelijk van GroenLinks-raadslid Miesjel Spruyt. Zondag liep ik samen met wethouder Paul Depla een uurtje over het Kopse Plateau waar onder leiding van Paul van der Heijden het Romeinenfestival zijn tweede dag beleefde. Heerlijk om de kennis over de Romeinen van Oppium Batavorum en Ulpia Noviomagus weer een beetje op te halen. De Romeinse wijn, vol met kruiden en honing smaakte niet slecht.